Jonk (Suikere), Jaap

Jonk (Suikere), Jaap

Jaap Jonk (Suikere) werd geboren op 26 augustus 1952 in Volendam en kreeg de bijnaam van zijn moeders kant, want die was er een van “suikergoed”. De moeder van zijn bap (opa) had namelijk een winkeltje met suikergoed, vandaar. Geen klassieke Volendam-voetballer waar de balvaardigheid vanaf spatte, maar een bikkelaar en breker op het middenveld. Bloedfanatiek want bij de ‘Suikere’ stond verliezen niet in zijn woordenboek. Meer dan 14 jaar lang, tussen 1971 en 1985, waakte hij als een terriër over het middenveld van FC Volendam. Hij speelde in totaal 390 wedstrijden in het eerste elftal, waarvan 352 in competitie.

Bloedfanatiek
Bloedfanatiek en als het moest bikkelhard, want de ’Suikere’ was een ’winnaar’ en haatte verliezen. Hij wilde alle duels winnen. Hij gaf nooit op. Echt een speler die je liever bij je had dan tegen je. Dreigde zijn ploeg te verliezen dan kwam plan B uit de kast en ging de beuk erin. Ook op de training. Er werd daardoor wel eens vergeten dat hij tactisch ijzersterk was, vaak een doelpuntje meepikte (29, waarvan 25 in de competitie) en eigenlijk heel goed kon voetballen. Alleen als de wedstrijd erom vroeg dan werd gemeen spel niet geschuwd. Hij liep dan wel eens tegen ‘n kaart op, alhoewel hij het aantal van 22 gele- en 3 rode kaarten, die hem deel vielen, altijd relativeerde. “Ik schaamde me er niet voor dat ik bereid was om ver te gaan om te winnen. Toch nam ik me steeds voor om me rustiger in het veld te gedragen, maar telkens als de bal weer rolde, was ik dat vergeten. Toch vind ik het aantal kaarten over een periode van 14 jaar best wel meevallen.”

Zijn reputatie had hij ongetwijfeld ook te danken aan een tweetal incidenten. Zo kreeg hij 5 wedstijden schorsing na een wraakactie op Gerry Deijkers tijdens FC Volendam-PSV op 11 september 1977. Deze had hem een gele kaart had aangesmeerd en waardoor het op een schorsing uitdraaide. “Ik vond die rode kaart zelf belachelijk. Hij reageerde op een sliding van mijn kant. Hij wilde mij bij de keel pakken en maakte ik een afwerend gebaar waarvoor ik geel ontving. Daarna maakte ik een tackle op hem die ernstiger leek dan het eigenlijk was. Een paar dagen later kon hij alweer spelen en maakte hij zelfs een doelpunt”, vertelde hij later over het incident. Typerend voor zijn karakter en - speelwijze was ook het moment dat FC Twente-doelman André van Gerwen een kuitbeen brak na een sliding van hem. FC Volendam stond op 4 juni 1979 met 5-0 voor, terwijl degradatie al niet meer was af te wenden. Toch ging hij te hard door op de uitkomende keeper. “Ik hield al in met mijn sliding’’, verdedigde hij zich tientallen jaren later. Maar hij nam tijdens de wedstrijd wel de consequenties van het gebeuren op zich. ”FC Twente kon niet meer wisselen, dus ben ik van het veld gestapt. Was het tien tegen tien, vond ik wel zo eerlijk.’’

De tekst gaat verder onder de foto's.
 

29 december 1974, Volendam - Haarlem (3-1). KNVB Beker, 3e ronde. Haarlem-spits Peter Feteris gestuit door Jaap Jonk (Suikere). Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer


11 september 1977, Volendam - PSV (0-4). Jaap Jonk (Suikere) krijgt de rode kaart na een harde charge op Gerry Deykers. Trainer Jan Mak en elftalbegeleider Jaap Smit (Jut) vangen hem op bij het verlaten van het veld. Foto Rob Bogaerts, Anefo.


14 maart 1982, voorafgaande aan de wedstrijd tegen Eindhoven. Jaap Jonk (Suikere) uitgeroepen tot populairste speler van 1982 door de supportersvereniging. Klaas Suls reikt de beker uit.


Geen vetpot
Hij werd begin jaren zeventig door trainer Hans Croon bij de selectie gehaald. Aanvankelijk speelde hij zijn wedstrijden in het tweede elftal maar in zijn tweede jaar, seizoen 1971-1972, brak hij door. Zijn debuut maakte hij op 19 december 1971 in de thuiswedstrijd tegen Sparta. Hoewel het Nederlandse voetbal in die tijd met Europa Cups voor Ajax en Feyenoord zijn internationale doorbraak beleefde, was dat in de portemonnee van de spelers nauwelijks merkbaar. Voor de Jaap Jonk (Suikere) was het voetbal een ’bijbaantje’. Hij had een volledige baan als ijzervlechter. “Geen makkie. Zwaar werk. Maar ik was jong en dan kun je nog strooien met je krachten. Gelukkig werkte ik in Volendam en de eigenaar was gek op voetbal. Ik kreeg van hem een paar uurtjes vrij om te trainen. Andere jongens op het dorp deden na het werk een ’klussie’, mijn overwerk was voetbal.’’ Speelde Volendam in de jaren 60 nog met louter mannen uit eigen dorp en een enkele West-Fries, dat veranderde in de jaren zeventig. Spelers die volgens hem anders worden behandeld dan de Volendammers. En dat zette nog wel eens kwaad bloed. “Die kregen keurig de eerste van de maand uitbetaald, terwijl wij er vaak om moesten zeuren en soms maanden moesten wachten op ons geld. Wij gingen toch niet weg, dacht het bestuur. Nu achteraf kan je erom glimlachen, maar toen niet.’’

Trainers
In het seizoen 1982-1983, onder Fritz Korbach, beleefde hij zijn mooiste jaar. Hij droeg de aanvoerdersband en FC Volendam promoveerde naar de Eredivisie. Hij vertelde daarover: ”Korbach vond dat we een vriendenploeg moesten worden. En dat lukte: we deden in het veld allemaal wat extra’s voor elkaar. Ik kon heel lastig zijn voor een trainer, maar als het klikte, zoals bij Korbach, dan ging ik voor hem door het vuur. Maar was die klik er niet, dan riep ik rake dingen en dacht niet na over de eventuele consequenties.’’ Zo kon hij het totaal niet vinden met Leo Beenhakker, trainer in het seizoen 1984-1985. Hij vond dat de ‘toptrainer’ vooral veel praatjes had. Bovendien pakte deze zijn aanvoerdersband af. ”Als hij het me fatsoenlijk verteld had, was het prima geweest.’’ Hij zette de hakken in het zand. “De nieuwe aanvoerder Keje Molenaar viel uit en toen bracht invaller Jack Kemper die band naar mij. Die heb ik toen geweigerd. Maar goed ook. Anders had ik als aanvoerder aan de scheidsrechter gevraagd onze trainer naar de tribune te sturen. Dat kan hè als aanvoerder”, liet hij later optekenen.

Trouwe dienst
Na de dramatische degradatie in het seizoen 1984-1985 vond hij het, op 33-jarige leeftijd, genoeg geweest. De motivatie om, na 14 jaar trouwe dienst, nog door te gaan ontbrak. In die periode had hij eenmaal de kans om een overstap maken naar een andere club. NEC, in die tijd een subtopper in de Eredivisie met een behoorlijk gevulde clubkas, meldde zich in 1975 bij hem. Toch sloeg hij het aanbod af. “Ik was net getrouwd en Griet wilde niet mee. En ik wilde niet zonder haar. Bovendien: ik had niet eens een rijbewijs toen. En het was niet zo dat ik direct rijk was als ik dat contract tekende."


29 april 1984, Den Bosch - Volendam (1-2). Wim van der Horst brengt Jaap Jonk (Suikere) ten val.


16 december 1984, AZ'67 - Volendam (3-0). Jaap Jonk (links) in gevecht met Pier Tol. Foto Hans van Weel.


10 juni 1979, NAC - Volendam (5-1). Jaap Jonk (Suikere) assisteert zijn keeper Jaap Bloem. Foto Johan van Gurp, Collectie Stadsarchief Breda


3 juni 1980, Volendam - Wageningen (0-1), Nacompetitie. Jaap Jonk (Suikere) haalt uit maar zal geen doel treffen. Foto Cord Otting.