Klasse Eredivisie
Plaats 14
Trainer Wim Jonk
Wedstrijden Ga naar seizoenstatistieken

Terugblik

De terugkeer in de Eredivisie werd een seizoen met een groot docusoap gehalte. De clubleiding ging rollebollend over straat met als dieptepunt de geruchtmakende informatie-avond voor de supporters in het St. Jozef Gebouw, waarbij voorzitter Jan Smit het dorp Volendam bestempelde als: ‘vergiftigd door jaloezie, domheid, ophitsing en rancune’. Sportief zorgde trainer Wim Jonk voor een prachtige ommekeer, na een lange WK-winterstop, waarbij hij de club behouden hield voor de Eredivisie. En daar zag het in de winterbreak geenszins naar uit. De ploeg bungelde na 14 wedstrijden onderaan de ranglijst en de cijfers waren dramatisch: te weinig goals (13) en veel te veel tegentreffers (39). Cruciaal in de ommekeer was het moment waarop trainer Wim Jonk besloot, noodgedwongen, van zijn voetbalgeloof af te stappen. De ruime oefennederlagen tijdens het trainingskamp in Spanje (tegen Sevilla en de op het 3e niveau acterende Linense) deden de alarmbellen afgaan. De trainer hoopte aanvankelijk met een offensieve speelwijze punten te kunnen vergaren, maar in de praktijk bleek zijn ploeg te kwetsbaar. Vandaar dat hij na het eerste seizoensdeel meer zekerheden inbouwde. Hoewel FC Volendam op papier defensiever oogde, steeg de doelpuntenproductie en werd op de ranglijst de weg omhoog ingeslagen. Resultaat: meer doelpunten en minder tegen. In 20 wedstrijden werden 30 punten gepakt. Met zo’n gemiddelde kwam je over een heel seizoen gerekend op 51 punten, het linkerrijtje, uit. Het werden uiteindelijk 36 punten. Niet de 40 waarop trainer Wim Jonk bij aanvang van het seizoen hoopte. Wel genoeg voor de 14e positie op de ranglijst, nét een paar doelpunten te weinig voor een plaatsje hoger.

Met name de extra aandacht voor spelhervattingen sorteerde effect. Liefst 1/3 van de Volendamse treffers kwam voort uit corners en vrije trappen, met Xavier Mbuyamba vaak als eindstation. Samen met spelmaker en assist-koning Carel Eiting belichaamde de sterke centrumverdediger de wederopstanding van FC Volendam. Punten voor verbetering waren er zeker. De prestaties op vreemde bodem bleven onder de maat. Slechts 8 punten - 1 overwinning, 5 gelijke spelen - werden er buiten FC Volendam geboekt. Het lukte de club zelden om buitenshuis te imponeren. Die ene overwinning op vreemde bodem, tegen degradant Cambuur, was óók op kunstgras. Het ontbrak tevens aan vastigheid in de voorhoede. Met Robert Mühren en Henk Veerman had de club twee spelers die elke Volendammer graag zou opstellen. Geen van beide aanvallers kreeg deze voetbaljaargang het onvoorwaardelijke vertrouwen. Henk Veerman kwam dit seizoen tot 11 basisplaatsen en 18 invalbeurten. Robert Mühren mocht 21 keer vanaf de start beginnen en werd 8 keer als wissel gebruikt. Het gebrek van één vaste targetman zag je terug in het aantal doelpunten van Veerman (4) en Mühren (5): in totaal 9, maar net iets meer dan clubtopscorer Daryl van Mieghem (7) en gelijkwaardige cijfers als die van centrale verdediger Xavier Mbuyamba.
 

Achterste rij: Darius Johnson, Imran Nazih, Calvin Twigt, Billy van Duijl, Xavier Mbuyamba, Lequincio Zeefuik, Josh Flint, Oskar Buur, Achraf Douiri & Diego Gustavo Middelste rij: Hans Bakker (teammanager), Francesco Antonucci, Benaissa Benamar, Henk Veerman, Kayne van Oevelen, Filip Stanković, Barry Lauwers, Robert Mühren, Walid Ould-Chikh, Brian Plat & Frank van der Geest (keeperstrainer) Voorste rij: Peterjan Roskam (fysiotherapeut), Gaetano Oristanio, Bilal Ould-Chikh, Carel Eiting, Derry John Murkin, Wim Jonk (hoofdtrainer), Matthias Kohler (assistent-trainer), Damon Mirani, Daryl van Mieghem & Nick Romp (fysiotherapeut)