Boer de, Dick

Boer de, Dick

Dick de Boer begon zijn voetbal carrière bij Volendam, en speelde daar maar liefst 14 seizoenen, voornamelijk als rechtsback, in het 1e elftal. Hij debuteerde in 1970 in de hoofdmacht. Tijdens zijn voetbalcarrière werkte hij daarnaast ook nog als schoolmeester in Volendam. Op 7 juni 1984 ging hij op de schouders tijdens zijn afscheidswedstrijd tegen het Feyenoord van Johan Cruijff en Ruud Gulllit. Hij speelde in totaal 422 wedstrijden, waarvan 382 in de competitie. Hierna werd hij trainer, eerst in het amateurvoetbal en later ook in diverse functies bij de profs.

Zijn mentaliteit was zijn grootste kracht. Hij ging voor het hoogste, niet alleen bloedfanatiek, maar was ook mondig, recht voor zijn raap en emotioneel. Voetballend werd hij in de loop van de jaren steeds beter. Met zijn waanzinnig loopvermogen nam hij het team op sleeptouw. Hij was niet alleen een goede verdediger, maar zorgde ook voor een aanvallende impuls. Hij was een van de eerste aanvallende backs. En als het niet liep, dan kon hij bikkelhard zijn en greep hij soms meedogenloos in.

Laatbloeier
In de zomer van 1970 trainde hij 3 maanden keihard voor zichzelf. De dan 21-jarige Dick de Boer was net kampioen geworden met derde elftal van Volendam. Het hoogste amateurelftal van de vereniging in die tijd. Het 1.90 lange lijf ging terug van 90 kilo naar 70 kilo. Afgetraind en met een berenconditie meldde hij zich bij trainer Hans Croon. Hij brandde van ambitie en was vastbesloten om een plaats af te dwingen in het eerste elftal, dat zich voor nieuw seizoen Eredivisie opmaakte. Op de eerste trainingen viel hij direct op door zijn loopvermogen. Hans Croon liet hem daarom, als middenvelder, debuteren in de tweede wedstrijd van het seizoen op 30 augustus 1970, PSV uit. Hij greep zijn kans en werd daarna geposteerd op de rechtsbackplaats. “Ik weet ook wel dat ik mijn gebrek aan techniek moet compenseren met andere dingen, maar ik laat me niet meer van mijn plekkie spelen”, liet hij weten. Daar was geen woord van gelogen, want 14 jaar later nam hij pas afscheid van het eerste elftal.
 

De tekst gaat verder onder de foto's.


21 maart 1971, Volendam - Feijenoord (0-1). Dick de Boer in de achtervolging op Henk Wery.


5 september 1971, Volendam - NAC (1-1). Dick de Boer wint in de lucht van Arie Delmotte. Foto Ruud Kramer.


10 oktober 1976, Volendam - Wageningen (2-4) - Eerste Ronde Beker. Dick de Boer omringt door Wageningen-spelers. Foto Bert Verhoeff, Anefo.


11 december 1977, Volendam - Telstar (2-0).

30 september 1979, Wageningen - Volendam (2-1).


7 juni 1984, Afscheidswedstrijd tegen het Feijenoord van Johan Cruijf en Ruud Gullit. Na afloop werd hij op de schouders genomen door vlnr. Johnny Holshuijzen, Jaap Bloem, Kees Tol (Pier) en Kees Molenaar (Keje).


Trainer
Na zijn actieve voetbalcarriere besloot hij trainer te worden. Eerst bij de amateurs van Always Forward (1985-1989) en daarna bij AFC’34 (1989-1996). Na eerst ‘n jaar assistent te zijn geweest, werd hij in het seizoen 1997-1998 hoofdtrainer van Volendam. Het leek sprookjesachtig. Een trainer uit eigen dorp en woonachtig op een ‘steenworp’ van het stadion. Volendam speelde op dat moment in de subtop van de Eredivisie. In de jaren daarvoor behaalde de club tweemaal een 6e plaats. Onder zijn leiding begon de club met een pikstart, maar daarna volgde een neerwaartse spiraal. “Gelukkig weet je niet wat je te wachten staat. Dan word je trainer van je eigen club, op het veld waar je zelf 14 jaar hebt gespeeld, waar je bijna woont. En dan gaat het mis. En eigenlijk zit je carrière er dan op. Als je bij je eerste club geen succes hebt, is het gebeurd. Terwijl ik, nadat ik jaren in de top van het amateurvoetbal (bij AFC’34) had gewerkt, er zelf wel hoge verwachtingen van had. Maar het heeft niet zo mogen zijn. In feite kun je zeggen dat het mislukt is. Het zij zo. Ik had de tijd, de kwaliteiten en een goede opleiding genoten. Je bent echter afhankelijk van zoveel dingen en het gaat om één ding en dat is resultaat. We hadden gewoonweg niet de groep om in de Eredivisie te blijven. Wat niet wil zeggen trouwens dat ik zelf niks verkeerd heb gedaan. Maar het verwachtingspatroon was gewoon te hoog. En hoe iets kan lopen, zie je aan Bert van Marwijk. We zaten samen op de trainerscursus, klikten goed en hij was dolblij dat hij bij mij assistent mocht worden. Precies op dat moment ging Pim Verbeek weg bij Fortuna Sittard en mocht hij daar instappen, met een uitstekende lichting met spelers als Mark van Bommel en Kevin Hofland. Dan kun je daarna kiezen als trainer. En zie wat voor carrière hij heeft gehad.”


De tekst gaat verder onder de foto's.


Dick de Boer als trainer van FC Volendam in het seizoen 1997-1998.


Dick de Boer op de bank in het seizoen 1998-1999. Hij zou het seizoen niet afmaken, want op 30 november 1998 werd hij ontslagen.


Afrika
“Mede doordat ik juist niet afhankelijk was van de bal tegen de paal of ander momentopnames, had in de vier jaar daarna (tussen 1999-2003) als hoofd jeugdopleiding bij FC Utrecht mijn mooiste tijd. Waar ik van nul af aan op mocht bouwen, tot we in de top drie van Nederland zaten en een nieuw complex voor de jeugd kregen. Na een kort avontuur bij Cambuur tussen juni 2003 en december 2004, vertrok hij vervolgens naar Afrika. Als assistent-bondscoach van Zimbabwe deed hij mee aan de Afrika Cup. “Het viel mij soms zwaar, want ik was daarvoor nog nooit langer als 3 dagen buiten Volendam geweest. Achteraf vond ik het een prachtig avontuur, maar een mens onthoudt vaak alleen de goede dingen.” In het straatarme land in zuidelijk Afrika maakte hij kennis met een voor hem onbekende wereld. Bovendien zorgde zijn ploeg tijdens de strijd om de Afrika Cup bijna voor een stunt. Zimbabwe verloor nipt van Nigeria en kwam tegen Ghana (3-1 winst, red.) één goal te kort voor een plek in de volgende ronde. Schrijnend”, noemde hij de economische situatie in Zimbabwe. „Ooit gold het land als graanschuur van Afrika. Daar merkte je niets meer van. Aan alles was een groot gebrek. Van voedsel tot benzine. Als een Zimbabwaan wilde tanken, sloot hij aan in een lange rij voor het pompstation. Met een beetje geluk kreeg de eigenaar zes dagen later toestemming om vijftien mensen een paar liter te geven. Alles ging op rantsoen.” Dit chronische geldgebrek bepaalde ook de voorbereiding van het nationale team op het toernooi om de Afrika Cup. Dick De Boer, ingehuurd voor anderhalve maand, ondervond dit aan den lijve. “Ik heb nog nooit zo veel gereisd als in die periode”, verzuchtte hij. “Met de ploeg doorkruisten we het gehele continent. Van Zambia tot Marokko. Een planning zat daar niet achter. Volgens mij wachtte de bond steeds op een verlossend telefoontje. Om kosten uit te sparen fungeerde Zimbabwe als rondreizende oproepkracht. Als een land op het laatste moment afzegde voor een oefenduel, hielp de ploeg in ruil voor een reis- en verblijfskostenvergoeding de organisator uit de brand. “Vaak mochten we een weekje langer blijven, zodat we konden trainen”, legde hij uit. “Dat kwam goed uit.” Minder vrolijk maakte hij zich over de gebrekkige discipline. “Toen ik afreisde naar Harare, had ik bepaalde vooroordelen. Over de manier van organiseren en het nakomen van afspraken. Daar klopte inderdaad niets van. Dat is geen klaagzang, maar een feitelijke constatering. Als het ontbijt om acht uur 's ochtends stond gepland, kwam de eerste speler pas om half tien. Daar ergerde ik me groen en geel aan. Met de vuist op tafel slaan haalde niets uit. Iedereen bleef structureel veel te laat te komen.”

Na zijn avontuur in Zimbabwe was hij tussen 2005-2010 is werkzaam in het amateurvoetbal (AFC’34, Hellas Sport en SV Spakenburg) en assistent-coach bij Vitesse onder Aad de Mos. Als hij in 2008, na 2 jaar, moet vertrekken bij Vitesse, gaat hij in 2010 nogmaals naar Afrika. Hij vertrok naar Congo om in elk geval voor vijf maanden aan de slag te gaan bij FC Saint Eloi Lupopo. Hij moest de lopende competitie afmaken en zorgen dat de voormalige landskampioen (uit 2002) zich plaatste voor de Afrikaanse versie van de Champions League. “Het niveau viel me niet tegen en bij thuiswedstrijden van Lupopo zaten gewoon veertigduizend bloedfanatieke toeschouwers. De spelers waren fysiek sterk en leergierig”. Ondanks dat de club hem wilde behouden, hield hij het echter 1 jaar uit. “Zowel fysiek als mentaal was het niet te doen. Wanneer het goed gaat, ben je god. Maar als het minder gaat, dan bekogelen ze je met stenen”.

Almere
Na zijn avontuur in Congo ging hij in Almere aan de slag als opvolger van Henk Wisman. Hij kende daar een roerige tijd in de polder. Bij de Almeerse club maakte hij o.a. een naamsverandering en overname mee. Daarmee werden de verwachtingen hoger. Hij kon deze ambities niet waarmaken en werd in september 2012 op non-actief gezet na een bekerblamage tegen ADO’20 (4-1). Hij werd technisch manager bij de Almeerse club maar kreeg daar begin 2013 definitief zijn ontslag.

In de luwte
Na zijn laatste avontuur bij Always Forward (2014-2016) bekommert hij zich tegenwoordig bij amateurs van de RKAV Volendam om de breedteteams. ,,Ik doe aan interne scouting. In lagere jeugdelftallen lopen best jongens rond die om wat voor reden dan ook daar terechtgekomen zijn, maar eigenlijk hogerop kunnen. Ook kan in een team wel eens ontevredenheid of ruzie zijn. Daar ga ik dan achteraan. Of ik geef incidenteel een demonstratietraining. In samenwerking met Jaap Schilder (bestuurslid technische zaken. red.) verzorg ik cursussen voor onze eigen jeugdtrainers, die vaak goedwillend zijn. Dat is gelieerd aan de KNVB en de deelnemers ontvangen ook een licentie. Daar wordt enthousiast op gereageerd. Het klinkt misschien wat zoet, maar ik vind het fijn om na mijn carrière nu iets te kunnen terugdoen. De jeugd kent ook hem, de oud- prof die het opnam tegen toppers als Johan Cruijff en Willem van Hanegem, vaak niet. ,,Soms opa’s of een enkele vader of moeder. Maar van mij hoeft dat ook helemaal niet.’’ 


Dick de Boer, bij de aanvaarding van zijn functie bij RKAV Volendam. Links technisch coördinator Nico Binken en rechts voorzitter Jan Kwakman (Bami).