Veerman (Poes), Harmen

Veerman (Poes), Harmen

Harmen Veerman (de Poes) werd geboren op 2 november 1934 in de Sijmen Molstraat te Volendam. Hij kwam uit een gezin van zes kinderen dat was gesticht door zijn ouders Cees Veerman (de Poes) en Neeltje Kwakman (Jaap van Thijssie). Hij speelde, tussen 1951 en 1964, dertien seizoenen in eerste elftal van Volendam. Hij scoorde, in de 242 competitiewedstrijden die hij speelde in het betaalde voetbal vanaf 1955, exact 100 doelpunten. Hiermee neemt hij de vierde plaats in op de ranglijst van topscorers allertijden na Dick Tol (de Knoest), Jack Tuijp en Johan Pelk. Hij maakte de gehele opkomst van het voetbal in Volendam mee: de start van het betaalde voetbal, de eerste bekerfinale en de eerste promotie naar de Eredivisie.

Debuut
Op zijn 12de werd hij lid van de voetbalclub Volendam en daar zag men al snel dat hij 'veel aanleg' had. Een gedreven spelertje dat goed met de bal overweg kon. Hij begon als halfspeler maar verhuisde vanwege zijn explosiviteit al snel naar de voorhoede, waar hij verschillende posities in de aanvalslinie bekleedde. Op 16-jarige leeftijd deed al mee met de senioren in het "derde", dat in die tijd het hoogste amateurteam was binnen de voetbalclub. Door zijn eerzucht en talent kwam hij al snel in beeld voor het eerste elftal. Pas 17 jaar maakte hij zijn basisdebuut in het eerste elftal op zondag 2 maart 1952 in de met 5-0 gewonnen wedstrijd tegen De Spartaan uit Amsterdam. Hij verdrong Jaap Buijs (Oloot) van zijn rechtsbuiten plaats. In deze wedstrijd verzorgde hij, tien minuten voor tijd, een assist op Thoom Smit (de Kip) voor de 4-0 en vlak daarna maakte hijzelf zijn eerste doelpunt (5-0) voor Volendam.
 

13 september 1959, Volendam - Enschede (2-1). Harmen Veerman (de Poes) schiet de gelijkmaker binnen. Foto Joop van Bilsen, Anefo.


16 april 1961, Volenwijckers - Volendam (1-3), Harmen Veerman (de Poes) in duel.


Linkerflank
Hij was een technische voetballer die op de 'vierkante meter' een tegenstander kon uitspelen en scorend vermogen had. Alhoewel hij op meerdere posities in de voorhoede werd ingezet, speelde hij het grootste deel van zijn carrière, ondanks dat hij 'stijf rechts was', aan de linkerflank. "In het eerste heb eigenlijk pas leren voetballen", vertelde hij, "De eerste jaren stond ik linksbinnen en Klaas Koning (Not) speelde naast mij op de linksbuitenplaats. Dat was een prachtspeler die iedere achterhoede tot wanhoop dreef. Hij leerde mij de fijne kneepjes die je als buitenspeler onder de knie moest hebben. Nadat Klaas in 1956 stopte, kwam ikzelf als linksbuiten te spelen. Die plaats lag mij het beste, want langs het lijntje voelde ik me op mijn gemak. Ik vond het ook prachtig om mijn tegenstander op de achterlijn telkens uit te spelen en dan te horen roepen: 'verdomme, lukt het hem weer'."

"Juist omdat ik ook op andere voorhoede plaatsen had gespeeld, wist ik heel goed hoe midvoor De Knoest - Dick Tol - op een bepaald moment de bal moest hebben. 'Nog niet geven, Harmen' dacht ik dan, 'met die stopper naast je zou jij ook niets beginnen. Eerst die back maar even passeren, en dan kan de De Knoest de ruimte opzoeken.' Als ik een keer die back niet voorbij kwam, dan begon bij mij het vuurtje te branden. Ik was enorm eerzuchtig en fel. Ik kon me één kwartier dood werken om De Knoest en de andere voorhoedespelers de bal afgemeten te krijgen. En als ik de kans kreeg dan schoot ik er zelf ook een binnen."


15 mei 1964, Volendam - Blauw-Wit (2-2). Doelpoging zonder succes.

12 mei 1963, MVV - Volendam (2-1). Treurnis na een gemiste kans.


25 oktober 1959, Volendam - Feijenoord (1-1). Harmen Veerman (de Poes) kopt vlak voor tijd de gelijkmaker binnen.


6 december 1959, Volendam - PSV (1-2). Harmen Veerman (de Poes) is te laat om te scoren. Foto Wim van Rossem, Anefo.


Vishandel
In zijn hoogtijdagen als semi-prof bij Volendam werkte hij in de vishandel. Dat dit heel zwaar was, illusteerde hij: "Ik ging om half vier s'morgens uit mijn bed en dan naar de viswinkel of in de rokerij de bokking instrijken. Dan de auto inladen en op weg naar IJmuiden. Vanuit IJmuiden weer terug naar de viswinkel. Pas s'avonds kwam ik pas rond zeven weer terug in Volendam. Ik stapte dan zo uit de auto bij het voetbalveld om te gaan trainen. Mijn voetbaltas was dan al bij de club gebracht. Na de training kon ik dan pas om half tien warm eten. Maar het was je lust en je leven."

ZFC
Na afloop van het seizoen 1963-1964 kreeg hij, toen 29 jaar, door Volendam een nieuw contract aangeboden, maar kon hij niet tot overeenstemming komen over de voorwaarden. Dick Maurer, net trainer geworden van ZFC, haalde hem over om te gaan voetballen bij de club uit Zaandam. Door deze transfer had Tweede Divisionist ZFC, het seizoen 1964-1965, een vijftal Volendammers in dienst: naast trainer Dick Maurer, Harmen Veerman (de Poes) en Henk Jonk (Spijker) ook de gebroeders Gerrit-en Dick Zwarthoed. Hij zou drie seizoenen blijven, waarin hij 7 doelpunten voor zijn rekening nam. Daarna zou hij nog geruime tijd voor zijn plezier blijven voetballen. Hij was onderdeel van de eerste lichting die, beginjaren 70, het zaterdagvoetbal bij de amateurs opstartte.


16 oktober 1966, ZFC - Limburgia (1-2). Harmen Veerman (de Poes) kopt zijn ploeg op een 1-0 voorsprong.


ZFC in het jaar 1964-1965.