Kistemaker, Simon

Kistemaker, Simon

Simon Kistemaker werd op 29 augustus 1940 geboren in IJmuiden. Hij bleek een getalenteerde voetballer en belandde op zijn 17e in het eerste elftal bij Stormvogels. Het Amsterdamse Blauw-Wit had 25.000 gulden – voor die tijd een gigantisch bedrag - over voor de jonge speler. Op zijn 21e ging het mis. Kistemaker scheurde een pees af van zijn bekken en moest gedwongen stoppen met betaald voetbal. Op zijn 25e was hij al speler/trainer bij Concordia in Hillegom. Via Koninklijke HFC, JOS, EDO, ZFC en ADO’20 kwam hij in 1982 in Australië terecht bij Brisbane Lions. Hij werkte er samen met de Noord-Ierse legende George Best.

Als trainer was hij keihard, stoer en vol passie. Een trainer die stond voor voetbal waarbij de plaggen uit het gras vlogen. Hij vond dat je voetbal speelde voor het publiek. De bal moest zo snel mogelijk naar het zestienmetergebied. Daar gebeurde het. Als het opbouwend niet lukte, dan maar met lange ballen. Het publiek vond het prachtig om te zien. Bij balverlies schakelde het hele team direct om. Meteen stond iedereen een tegen een. De opbouw van de tegenstander werd vol onder druk gezet. Zijn ploegen speelden op leven en dood.

Volendam
In januari 1984 keerde hij, vanuit Australië, terug naar Nederland om FC Volendam voor de Eredivisie te behouden. Hoofdtrainer Cor van der Hart was weggestuurd en er werd een vervanger gezocht voor interim-trainer Bruin Steur (Joep). Hij slaagde in zijn missie.

Hij ging daar altijd prat op: “Het is niet opschepperig bedoeld en natuurlijk doe je het met het gehele team, maar ik zeg je dat het grotendeels mijn verdienste was. Bij mijn komst zat de club in de drek. Ik keek naar het speelschema en wist dat ik in begin tegen een aantal nederlagen zou aanlopen. De wedstrijden tegen de andere degradatiekandidaten kwamen pas in de eindfase. We begonnen bijvoorbeeld uit bij Ajax. We verloren daar met 5-0, dat was zelfs de ruststand. Ik merkte dat de spelers een conditie van rotte peren hadden, dus de eerste zes weken hebben we als beesten getraind. Toen ben ik de achterhoede gaan neerzetten”. Hij haalde Dick de Boer terug die door zijn voorganger was afgeserveerd. Tevens posteerde hij Kees Guyt weer in de verdediging die tot dan toe als spits fungeerde. Dick de Boer liet hij tien meter achter de verdediging spelen. Deze kreeg één opdracht mee. ‘Iedereen die erdoor komt, schop je over de hekken. Met of zonder bal’. Uit het tweede haalde hij Nico Runderkamp (Mepper) en Ab Plugboer. Jongeling Jan Klouwer verving good-old Frans Hoek onder de lat. En tenslotte kreeg hij, de hopeloos uit vorm zijnde, Ton Blanker weer aan de praat. Het elftal stond plotseling als een huis. Met een prachtige eindsprint werd het vege lijf gered.

Kistemaker dacht daarna genoeg gepresteerd te hebben om een volledige eredivisie-seizoen eraan vast te plakken. Hij hield interesse van Cercle Brugge en PEC Zwolle af. De zakenman Michel Lukkien, die namens de invloedrijke sponsor Nike optrad en voorzitter Jaap Bond (Billie) beslisten echter anders. Zij haalden Leo Beenhakker binnen als de verlosser. Simon Kistemaker vertelde naderhand dat hij daar altijd een katterig gevoel van heeft overgehouden: “Iedere dag een gebakken visje op kantoor. Scholletjes, tongetjes. 'Hier hou ik nog wel een tijdje vol, dacht ik'. Met die groep had ik een klik. Ik wilde door en had ook die toezegging aanvankelijk. Maar opeens namen ze Beenhakker en die degradeerde dat seizoen daarna ook nog”.
 

5 februari 1984, Ajax - Volendam (5-0). Simon Kistemaker voor het eerst op de bank namens FC Volendam. Naast hem Ton Blanker. Foto Marcel Antonisse, Anefo


De Graafschap
Na Volendam was hij werkzaam bij Cambuur Leeuwarden en DS ’79. Met de voorloper van het huidige FC Dordrecht promoveerde hij naar de Eredivisie. Zijn mooiste periode was volgens velen – en volgens hem zelf - bij De Graafschap tussen 1989 en 1993. Hij was dertig jaar later nog altijd erg populair in de Achterhoek en mocht zichzelf sinds 2016 erelid van de club noemen. Bij thuiswedstrijden schreeuwde het publiek nog altijd zijn naam, ook supporters die nog niet eens waren geboren toen hij in 1991 ongeslagen kampioen van de eerste divisie werd met de ’superboeren’.

Koppigheid
Na De Graafschap was hij vanaf 1993 trainer bij Telstar. Telstar haalde dat seizoen de nacompetitie. Daarin kwam het net te kort voor promotie. Kistemaker ging na twee seizoenen naar FC Utrecht. Het leek voor hem een ideale kans om zich te bewijzen bij een gevestigde naam in de Eredivisie. Kistemaker was met zijn no-nonensensaanpak en humor direct geliefd bij de fans. Het ging mis als hij op televisie ’de fluitketels’ in de clubleiding fileerde door hen ’onbekwaam en onbetrouwbaar’ te noemen. Slechts enkele maanden na zijn aanstelling moest hij vertrekken. Zijn lak aan bestuurders en koppigheid zou daarna een nieuwe kans in de Eredivisie in de weg staan.

Tegenslagen
Na zijn teleurstellende periode bij FC Utrecht was Kistemaker nog trainer van Spakenburg, weer Telstar, Türkiyemspor, FC Breukelen en ADO’20. Vanaf 2011 kreeg hij op medisch gebied de ene na de andere tegenslag. Hij overleefde een hersentumor, prostaatkanker, darmkanker en een hartoperatie. In 2020 overleed zijn vrouw Thea. Dat was een grote klap voor het hem. Het was de tweede keer dat hij zijn vrouw verloor aan een ziekte. Zijn eerste echtgenote Anneke overleed in 1976 aan kanker. Hij wist toch weer op te krabbelen, maar de kanker keerde helaas weer terug en was in tegenstelling tot eerdere succesvolle behandelingen niet meer te stoppen. Simon Kistemaker overleed op dinsdag 23 november 2021 in zijn woonplaats Heemskerk en werd 81 jaar oud.


Simon Kistemaker in het seizoen 1987/1988 als trainer van DS'79. Foto ANP.


9 november 1993, Telstar - Volendam (2-1). Simon Kistemaker juicht als zijn ploeg de Eredivisionist Volendam heeft verslagen in de 3e ronde van de KNVB beker. Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer.