Ben Steur heeft een grote betekenis gehad voor het voetbal in Volendam. Niet alleen als speler maar vooral ook als trainer. Een zware blessure maakte destijds een abrupt einde aan zijn voetbalcarrière die er zo veelbelovend uitzag. Mede daardoor speelde hij in de seizoenen tussen 1956 en 1966 'slechts' 96 wedstrijden voor Volendam waarin hij 21 doelpunten scoorde. In zijn laatste jaar als actief speler begon hij aan zijn tweede carrière, als trainer. In 1965 werd het pupillenvoetbal in Volendam opgestart en Ben Steur trainde deze jongste jeugd op zaterdagochtend. Het trainer 'virus' zou hem daarna nooit meer loslaten want zijn trainersloopbaan beslaat een periode van 34 jaar waarin hij talloze jeugdelftallen en de hoogste teams van de zaterdag- en zondag amateurs onder zijn hoede heeft.
Debuut
Ben Steur werd geboren op 27 november 1939 en groeide op met straatvoetbal in de ‘Rokerijbuurt’ van het naoorlogse Volendam. Toen hij op zijn 12e in teamverband ging voetballen, bleek al snel zijn begenadig talent. Reeds op zijn 13e speelde hij bij de B-Junioren en op zijn 15e bij de A-Junioren. Op 3 juni 1956, maakte hij op zijn 16e zijn debuut in het eerste elftal van Volendam in de thuiswedstrijd tegen DOSKO (winst 4-3). Hij stond in die tijd bekend als de grootste technicus van zijn lichting. Hij kon alles met een bal. Was tweebenig en speelde links- of rechtsbinnen, al naar gelang het uitkwam. Hij maakte tussen zijn 16e en 18e ook onderdeel uit van het Nederlands Jeugdelftal.
Noodlot
Op 23 november 1958 sloeg echter het noodlot toe in de wedstrijd tegen Wageningen. Volendam was op dat moment de nog ongeslagen koploper van Eerste Divisie A en Ben Steur stak in grootste vorm. De week ervoor had hij de winnende gemaakt tegen DFC (4-3), terwijl Volendam nog met 1-3 achter stond met nog 7 minuten te spelen. Wageningen was echter niet van plan zich naar de slachtbank te laten leiden. Dat kwam ook omdat het een pak slaag had gekregen van Volendam, met maar liefst 2-9, tijdens het bekertoernooi een seizoen eerder. Vanaf het begin, werden met name Ben Steur en Dick Tol (Knoest) door de verdedigers van Wageningen hard aangepakt. Bij een uitgooi van Johan Pelk, in de 15e minuut, richting Ben Steur ging het dan mis. Ben Steur probeerde in één beweging de aangegooide bal weg te spelen, maar kreeg dan van achteren een tik te verwerken. Per brancard werd hij afgevoerd. In het ziekenhuis bleek dat hij zijn kuitbeen en zijn scheenbeen had gebroken.
Dokter Alsemgeest, die zelf nog keeper bij het katholieke Nederlands elftal was geweest, had hem onder behandeling. De medische technieken waren dan echter nog niet zo ver ontwikkeld als nu. Pennen en platen gebruikte men dan nog niet om het genezingsproces van botbreuken te herstellen. Het gebroken been moest op een plank zonder gips. Daarnaast had hij de pech dat hij weinig kalkafzetting had. Daarom werd vloeibare kalk uit Frankrijk geïmporteerd die hij moest drinken. Vanwege een bloeduitstorting en daardoor het risico op een verkeerde stand van het been werd hij in totaal negen keer onder narcose gebracht om het gebroken been opnieuw te zetten. Dertien weken lag hij in het ziekenhuis in Culemborg. Daarna volgde een moeizame revalidatie.
Niet meer op het oude niveau
Dat seizoen 1958-1959 kwam hij niet meer in aktie. De volgende seizoenen maakte hij weer deel uit van de selektie maar kon geen vaste basisplaats meer afdwingen. Hij haalde het niveau van voor zijn blessure niet meer. “Onbewust was er toch angst ingeslopen en iedere keer mankeerde ik weer wat. Ik had geen zin om verder door te gaan en ongelukkig te worden". Hij stopte met voetballen na het seizoen 1965-66. Na zijn vertrek voetbalde hij nog enkele jaren in het derde van Volendam. Indertijd was dit het hoogste amateurteam van Volendam, dat jaren achtereen kampioen van Nederland werd in de reserveklasse. Oud-keeper Jaap Keizer (Aaljte) was trainer van dit team. In dat elftal speelden in die tijd Jaap Smit (Jut), Henk Jonk (Spijker), de gebroeders Jaap, Kees en Abert Tol (Stijn), Gerrie Vlak en Cor Jonk (Spijker).
Trainersvak
Het trainersvak trok Ben Steur reeds tijdens zijn actieve spelersloopbaan. Vanaf 1965 trainde hij diverse jeugdspelers. Hij begon met de pupillen, waarna hij doorstroomde naar de B-junioren en de A-junioren. Om dit te mogen doen, behaalde hij de cursus voetbal oefenmeester op D- en C-niveau. Begin jaren zeventig had hij een belangrijke rol in de jeugdopleiding van Volendam waaruit meerdere spelers, als Kees 'Pier' Tol, Kees 'Keje' Molenaar en de gebroeders Cor- en Theo Mooijer, doorstroomden naar het eerste elftal.
Toen in 1977 een zondagafdeling voor de amateurs werd opgezet, maakte hij de overstap naar de senioren. Hij kreeg voor vier seizoenen (1977-1980 en 1983-1984) de verantwoordelijkheid voor het hoogste amateurteam in de zondagafdeling. Hij promoveerde met dit team tweemaal, van de 4e klasse naar de 2e klasse, en behaalde twee keer de finale van de nationale beker voor zondag amateurs, waarvan in 1978-1979 als winnaar. Met het winnen van de amateurbeker werd deelname aan het KNVB bekertoernooi afgedwongen. Op notabene zondag van kermis 1979 haalde Ben Steur dan sportieve wraak door met zijn amateurteam, in de eerste ronde van de KNVB beker, met 2-1 te winnen van de Wageningse profs op de Wageningse Berg. Deze sensatie kreeg helaas geen vervolg want in de tweede ronde werd, ondanks de 1-0 voorsprong, met 4-1 verloren van profclub NEC.
Na dit avontuur ging hij terug naar de A-jeugd van de proftak Volendam toen door de KNVB de landelijke jeugdcompetitie werd ingevoerd. Hij had dit team vier seizoenen, tussen 1985 en1989, onder zijn hoede. Spelers als Edwin Zoetebier, Tom Sier, René Binken, André Stuijt, Elroy Kromheer, John Binken, Ton Guijt en Wim Kras jr. stroomden door naar het eerste elftal en speelden jarenlang Eredivisie.
Na die periode stapte hij over naar het hoogste amateurteam in de zaterdafdeling. Tussen 1990 en 1994 promoveerde hij met zijn team van de 2e klasse naar de 1e klasse (hoogste amateurklasse in die tijd). Na vier seizoenen besloot hij te vertrekken. Hij vond het tijd worden dat er een nieuwe trainer kwam, want: "Het is verfrissend als er eens een nieuw gezicht voor de groep staat. Sommige jongens train ik al zo lang. Het wordt zo eigen". Bovendien verhinderden de reglementen van de KNVB een verder vervolg van zijn taak bij de amateurs van Volendam. Aan het trainerschap van een eerste klasse zaterdagamateur werd namelijk het diploma oefenmeester 1 als eis verbonden. Ben Steur beschikte niet over dit diploma. Voor het seizoen 1993-1994 had de KNVB ontheffing verleend van deze eis.
Hij maakte vervolgens voor 2 seizoenen, tussen 1995 en 1997, een uitstapje naar de Edamse buurman en bracht daar de club EVC van de 2e klasse naar de 3e klasse. Daarna was hij, op oudere leeftijd, nog jaren actief als jeugdtrainer bij zowel de proftak als de amateurtak van Volendam.
Op 17 april 2019 werd Ben Steur als jubilaris gehuldigd in verband met het feit dat hij maar liefst 50 jaar lid was van de VVON (Vakbond Voetbal Oefenmeesters Nederland). "In alle jaren dat ik trainen gaf, heb ik trouwens nooit Volendams dialect gesproken, altijd Nederlands. Om een soort van afstand te bewaren."