Steltenpool, Eric

Steltenpool, Eric

Eric Steltenpool werd geboren op 12 januari 1965 in Wervershoof en speelde 83 competitiewedstrijden voor Volendam in de Eredivisie-seizoenen tussen 1988 en 1991. Hij debuteerde op 13 maart 1988 in de wedstrijd tegen FC Utrecht. Zijn optreden in het eerste van Volendam heeft weliswaar slechts een dikke drie jaren mogen duren, maar de indruk die hij achterliet was onvergetelijk. Westfries Eric Steltenpool was het toonbeeld van onverzettelijkheid. Als het niet lekker liep in een wedstrijd nam hij het elftal op sleeptouw. Met zijn aansporingen zorgde hij ervoor dat medespelers de moed niet lieten zakken. Tegenstanders kon hij behoorlijk vervelend op de huid zitten, waarbij verbale intimidatie niet geschuwd werd. Incasseren hoorde daar ook bij. Het was daarom extra triest dat zijn actieve voetballoopbaan op zijn 26e voortijdig tot een einde kwam door de nasleep van een relatief onschuldige blessure.

Buikspier
Het onfortuinlijke moment herinnerde hij zich nog als de dag van gisteren. Volendam speelde een oefenwedstrijd thuis tegen FC Den Bosch. “Het was met Hemelvaart. We haalden in die periode 15 uit 11, maar dat had zoveel gevergd. Eigenlijk had trainer Steegman die oefenwedstrijd niet moeten inlassen. We hadden rust nodig. Bij een aanval kwam ik niet goed uit, maar ik forceerde om de bal toch op doel te schieten. Na afloop van de wedstrijd zei ik direct tegen Steegman ‘trainer, dit zit niet goed’. Een buikspier bleek gescheurd te zijn. Het was een blessure die je wel vaker zag bij voetballers, o.a. John de Wolf en Kees van Wonderen hebben het gehad. Ik ben naar dokter Martens in België geweest om me aan de buikspier te laten opereren. Hij adviseerde om gelijk mijn liezen te klieven. Een stukje van de aanhechting van de liezen werd losgesneden”.

Revalideren
Hij vervolgde zijn verhaal. “Van de buikspier heb ik geen last meer gehad, maar met mijn liezen is het nooit goed gekomen. Als ik op zo’n zeventig, tachtig procent trainde ging het prima, maar als ik meer gaf was mijn lies stijf tot mijn knie. Toch wilde ik weer voetballen. Toen ik een keer speelde in het tweede scheurde de liesaanhechting helemaal af. Het werd een periode van vier jaar revalideren. In die tijd was ik er zelf van overtuigd dat ik het zou redden, dat ik weer terug kon komen bij het eerste van Volendam. Ik trainde thuis ook twee keer per dag, o.a. hardlopen in het bos. Uiteindelijk moest ik er in berusten dat het nooit helemaal in orde zou komen. Het klieven van de liezen gebeurde in die tijd wel vaker bij een gescheurde buikspier. Tegenwoordig hoor ik het nooit meer”. Mogelijk is door de lotgevallen van patiënten als Eric Steltenpool gebleken dat de risico’s op invaliditeit te groot zijn.

Mondeling akkoord Roda JC
Overigens had hij kort voor de noodlottige blessure overeenstemming bereikt met Roda JC. “Een week voor de oefenwedstrijd tegen Den Bosch had ik Nol Hendriks van Roda gesproken. We kwamen tot een mondeling akkoord. Volendam had een goede ploeg, maar voor mijn gevoel leek het te klein. Het was ieder seizoen toch alsof we tegen degradatie streden, hoewel we drie keer op rij in het linker rijtje eindigden. Ik wilde meer, ik wilde voor Europees voetbal gaan. Roda had die ambitie. Bij Volendam was dit niet duidelijk aanwezig. De financiële verbetering was daarbij meegenomen, maar ze kwam niet op de eerste plaats”. De buik- en liesblessure verstoorden de voetbaldroom abrupt.

Kratjes bier
Net zo plotseling als zijn betaalde voetballoopbaan eindigde was hij op zijn 22e begonnen. “Ik speelde in de derde klasse bij West-Frisia uit Enkhuizen. In de voorbereiding op het seizoen 1986-1987 speelden we een oefenwedstrijd tegen Volendam, die we verrassend met 1-0 wonnen. Volendam promoveerde dat seizoen naar de eredivisie en zocht naar een speler in het centrum van de verdediging. Via scout Klaas van de Veen kwamen ze bij mij. Ik speelde één wedstrijdje op proef mee. Dat was voldoende om bij het tweede te beginnen. Toen ik vier maanden in het tweede voetbalde wist ik dat ik binnen drie maanden in het eerste zou staan. Ik wist het gewoon zeker. Ik heb er hier in Wervershoof verschillende weddenschappen om afgesloten. Het heeft me uiteindelijk heel wat kratjes bier opgeleverd. Het eerste half jaar van de competitie 1987-1988 speelde ik in het tweede en het tweede half jaar in het eerste”.

Karakter
“Dat ik het redde kwam door mijn instelling. Karakter is een eerste vereiste om wat te bereiken. Dit geldt ook voor het trainen. In al die jaren bij Volendam heb ik heel wat spelers uit deze regio zien komen. In het tweede vielen ze niet op, ze waren veel te bescheiden. In het begin mag dat, maar uiteindelijk moeten ze boven komen drijven. Anders red je het niet. Met het eerste hadden we steeds een paar karakterspelers in de ploeg. Jongens als Bert van der Poppe, Winand van Loon, Danny den Ouden, Alex Pastoor. Ze gingen voor niemand opzij. Ik herinner me nog goed een wedstrijd uit mijn eerste seizoen, thuis tegen Feijenoord. Ik speelde tegen Ton Lokhoff. Toen ik een bal inspeelde raakte Lokhoff me stevig zonder enige noodzaak. Van der Poppe kwam naar me toe. ‘Gaat het Eric?’. Nog geen vijf minuten later kreeg Lokhoff een oplawaai van Van der Poppe. ‘Je blijft van Eric af’ hoorde ik hem zeggen. Ik heb daarna geen last meer gehad van Lokhoff.”

Hersenschudding
Hij was zelf ook niet vies van een stevige confrontatie en had als motto “Als het gebeuren moet, is alles geoorloofd”, Toch waren er voor hem ook uitzonderingen. “Elleboogstoten konden niet, met een rotschop in de knieholte of net boven de knie kon je iemand invalide maken, in de edele delen knijpen kon ook niet. Als een bal tussen jou en je tegenstander zat, mocht je er wel kogelhard ingaan. Er waren risico’s aan verbonden, ook voor jezelf. Als een tegenstander zijn been gebogen hield met de noppen vooruit kon je een blessure oplopen. Ik heb dat wel meegemaakt. Ik praatte ook veel, soms provocerend”. Over het algemeen was hij moeilijk klein te krijgen. Een voorval dat in de landelijke pers breed werd uitgemeten was de karateklap die Marcel Liesdek van Fortuna diep in blessuretijd uitdeelde aan Steltenpool op 17 december 1989. “We stonden 2-1 voor en scheidsrechter Blom telde acht minuten blessuretijd bij. In de rust had ik nog een kritische opmerking tegen hem gemaakt over de blessuretijd die hij in de eerste helft was vergeten bij te tellen”. In de blessuretijd scoorde Fortuna de gelijkmaker, waarna Liesdek een karateklap uitdeelde en Eric Steltenpool met een hersenschudding het veld moest verlaten. Op basis van de televisiebeelden werd Liesdek achteraf voor zes wedstrijden geschorst”. Hij heeft daarna nooit iets vernomen van Marcel Liesdek.
 

17 december 1989, Volendam - Fortuna Sittard (2-2). De gelijkmaker van John Clayton is in de maak als doelman Jaap Schilder (van Riek), onder druk van collega Ruud Hesp, de bal niet kan klemmen. In de consternatie die volgt, blijft Eric Steltenpool (op de rug gezien met nummer 15) met een hersenschudding liggen. De dader Marcel Liesdek verklaarde dat hij op dat moment juichte voor de gelijkmaker en daarbij Eric Steltenpool raakte. Op basis van TV beelden werd hij later voor zes wedstrijden geschorst.


Complimenten
Het waren seizoenen waarin Volendam tot een stevige middenmoter in de Eredivisie was uitgegroeid. Ook als het minder ging wist Volendam het tij nog vaak te keren. “Je voelde het als een wedstrijd uit je handen glipte, als de tegenstander feller was. Wanneer je een duel of drie, vier in het begin van een wedstrijd verloor dan veranderde het niet meer. Dan moest je het geluk afdwingen met felheid. Er moest iemand opstaan uit de ploeg die de rest opjutte”. Eigen initiatief werd daarbij niet geschuwd in de periode Steegman. “Met Steegman speelden we altijd het 4-4-2 systeem. Vanaf de maandagtraining spraken we over de wedstrijd van het eropvolgende weekend. Soms leek een ander systeem ons geschikter, soms pasten we veranderingen toe tijdens een wedstrijd. Tegen zwakkere tegenstanders schoof René Binken wat meer door naar het middenveld. Ik herinner me een wedstrijd tegen MVV waarin Hans Vincent me aan alle kanten voorbij liep. Met Randy Samuel sprak ik toen af dat hij Vincent voor zijn rekening nam en ik de linksback. Steegman gaf ons ook de ruimte om dit te beslissen. Toch dacht ik op een gegeven moment dat hij me terecht zou wijzen. Na een wedstrijd kwam hij naar me toe. ‘Eric, dit doe je niet meer’. Ik dacht dat ik een uitbrander zou krijgen, hoewel we een fantastische wedstrijd gespeeld hadden. Maar hij vervolgde: ‘Als je zo goed blijft spelen zijn we je over drie weken kwijt aan een andere club’. Hij zei ook eens over me: ‘Al staat-ie maar met een half been in het veld, dan speelt de rest twintig procent beter’. Mooiere complimenten kon je niet krijgen”.

Maatschappelijke carrière
Toen duidelijk werd dat alle revalidatiepogingen niet zouden slagen, ging hij aan de slag in het transportbedrijf Gam Bakker van zijn neef Gerard Bakker en zijn vader Peter Stelten­pool. Het bedrijf is gespecialiseerd is in het vervoeren van tuinbouwproducten, peulvruchten, fruit en bloembollen. Inmiddels heeft hij samen met achterneef Ruud Bakker het bedrijf overgenomen van beide vaders.


21 augustus 1988, Volendam - RKC (4-2). Eric Steltenpool in duel met André Hoekstra. Foto Cor Out.


4 november 1990, Volendam - Fortuna Sittard (2-1). Eric Steltenpool in een lijf-aan-lijf gevecht met René Maessen. Foto Hans van Weel