Jan Keizer werd geboren op 6 oktober 1940 aan de dijk in Volendam en groeide op in een gezin met 10 kinderen, waarvan hij de oudste was. Hij voetbalde in de jeugd van RKSV Volendam als keeper, maar bleek niet erg talentvol. Zijn schoolmeester Arnold (Meester) Mühren van de lagere school, de opa van Gerrie- en Arnold Mühren, zette hem op het spoor van scheidsrechter. Deze was tevens voorzitter van voetbalvereniging Volendam en bestuurslid van de afdeling Noord-Holland van de KNVB. “Hij vroeg me een keer of ik wilde fluiten bij wedstrijden tussen lagere scholen in het dorp. Dat was in die tijd ontzettend populair. Hij werd wat ouder en zocht vervanging. Hij vertelde mij dat hij de indruk had dat ik dat ook goed zou kunnen. Ik ben het gaan doen en had er zo veel plezier in dat ik besloot de scheidsrechterscursus te gaan volgen bij de voetbalbond afdeling Noord-Holland.”
Betaald Voetbal
Ondanks zijn geringe lengte, kreeg hij op 16-jarige leeftijd dispensatie om twee jaar eerder als scheidsrechter te beginnen dan officieel mocht. Hij promoveerde jaar na jaar. De eerste jaren nam hij zondag de bus, naderhand kwam daar een eigen auto voor in de plaats. Tussen 1956-1960 doorliep hij alle klassen in de afdeling Noord-Holland en tussen 1960-1966 deed hij hetzelfde in de amateurklassen van de KNVB. In 1966 volgde al snel de overstap naar het betaald voetbal. “Ik was net 25 jaar toen ik enkele proefwedstrijden moest fluiten in de toenmalige Tweede Divisie. Wedstrijden tussen verenigingen die er al lang niet meer zijn zoals EDO, Limburgia en Wageningen. Dat ging prima.” Na kort in de Eerste Divisie te hebben gefloten, volgde al snel zijn eerste duel in de Eredivisie op 7 april 1969 tijdens PSV-GVAV (thans FC Groningen). Het was de opmaat voor een mooie loopbaan met welgeteld 389 eredivisiewedstrijden. Met daarbij alle topwedstrijden en twee keer een bekerfinale. “Ik weet nog goed dat ik in 1974 voor het eerst Feyenoord-Ajax floot in de Kuip. De Rotterdammers wonnen met 2-1. Dat vonden sommige Ajax-supporters in Volendam niet leuk. Nog diezelfde avond zeilde er een baksteen door onze voorruit. Mijn vrouw Netty bleef er nuchter onder. ‘De gordijnen moesten toch vervangen worden, er zaten een paar haken in’. Het gekke is dat ik aan dat soort dingen amper nare herinneringen heb. Die vergeet je toch sneller. Mijn auto is ook wel eens ongevraagd door een graffiti-artiest onder handen genomen. Tja, dat kon allemaal weer hersteld worden.”
De tekst gaat verder onder de foto's.
Internationaal voetbal
Vanaf 1972 werd hij tevens ingezet bij internationale wedstrijden. Hij floot in totaal 148 Europacupwedstrijden en 32 interlands. Hoogtepunten waren het Europees kampioenschap voetbal 1984, de Olympische Zomerspelen 1984 en het wereldkampioenschap voetbal 1986. Op dit laatste toernooi leidde hij de wedstrijd tussen Italië en Argentinië in de groepsfase en de wedstrijd tussen Denemarken en Spanje in de tweede ronde. “Ik was daar de enige Nederlander. Een gek gevoel. Prachtige wedstrijden: Italië-Argentinië, met Maradonna; een kwartfinalewedstrijd tussen Spanje en Denemarken. Het was een voorrecht om erbij te zijn als nuchtere Noord-Hollander, iemand die ook nog eens klein van stuk was.”
Op de Olympische Spelen van 1984 floot hij de finale tussen Frankrijk en Brazilië. Met ruim 120.000 toeschouwers in de Rose Bowl van Los Angeles. In 1988 was hij scheidsrechter in de tweede wedstrijd van de finale van de UEFA Cup. “Die wedstrijd weer zeer apart. Bayer Leverkusen had de uitwedstrijd bij Espanyol met 3-0 verloren. Velen dachten dat de return op papier kon worden afgedaan. Het werd een ware thriller. 3-0 en daarna verlengen en penalty’s. Leverkusen de winnaar. Wat een emoties. Bizar.”
“Ook het beladen duel tussen Wales-Schotland in 1986 zal ik nooit vergeten. Het duel was beslissend voor deelname aan het WK in Mexico. De sfeer in Cardiff was zwanger van spanning. Schotland had voldoende aan een gelijkspel. Een minuut voor tijd, het thuisland stond met 1-0 voor, gaf ik een strafschop aan Schotland vanwege hands. Ignace van Swieten was een van de grensrechters. Hij had een apart gevoel voor humor. Hij riep vanaf de zijlijn dat Jock Stein, de coach van Schotland, voor dood op de bank lag. Ik dacht dat Ignace een grapje maakte en reageerde met de opmerking dat Stein maar een minuut geduld moest hebben, dan was de wedstrijd afgelopen. Na afloop bleek de man inderdaad te zijn overleden. Dat gaf vanzelfsprekend veel consternatie.”
De tekst gaat verder onder de foto's.
Bijzondere persoonlijkheid
Jan Keizer was een bijzonder persoon en -scheidsrechter. Klein van stuk maar met een onberispelijke scheiding in het haar, guitige ogen en een parmantige houding. Door dat laatste was hij niet altijd even populair bij het grote publiek. Maar hij had wel overwicht op de spelers alhoewel dat ook wel werd uitgelegd als arrogantie. Spelers durfden hem nimmer aan te raken, mede als gevolg van de voor hem typerende beweging van het met de buitenkant van beide handen op afstand houden van iets te opdringerige spelers. Zelf vertelde hij: “Ik was een pedante scheidsrechter, dat kan ik niet ontkennen.” Toch voelde hij zich nergens te groot voor. Luisterde jubilea op van amateurclubs, gaf lezingen, floot belangeloos wedstrijdjes voor gehandicapten en men deed maar zelden tevergeefs een beroep op hem.
Rijk is hij er niet van geworden. “Voor een wedstrijd in de Eredivisie kreeg je 400 gulden (omgerekend 180 euro), in de Europa Cup duizend gulden (omgerekend 450 euro). Een leuke bijverdienste, meer niet. Maar voor het geld heb ik het nooit gedaan. Ik heb er altijd een baan naast gehad. Het was puur mijn liefde voor het voetbal, en in mijn geval voor de arbitrage in het bijzonder. Dat maakte mij misschien wel een goede scheidsrechter naast het bezitten van leidinggevende capaciteiten en het op natuurlijke wijze afdwingen van gezag. Hierbij was spelregelkennis van zeer groot belang. Met name de toepassing van deze regels in de geest van het spel.”
Einde carrière
Hoewel hij van de KNVB tot 31 december 1988 mocht doorgaan, besloot hij vrij abrupt zijn loopbaan in augustus 1988 te beëindigen. Hij vond het niet zinnig een voetbalseizoen te moeten beginnen dat hij niet af kon maken. Zijn laatste wedstrijd in de Eredivisie was FC Twente tegen FC Groningen in de nacompetitie 1987/88. En tijdens de finale van het Zilveren Botter Toernooi in Volendam op 21 augustus 1988 sloot hij zijn (inter-) nationale carrière als leidsman definitief af.