Jonk (Bol), Jack

Jonk (Bol), Jack

Jack Jonk (Bol) werd geboren op 28 mei 1946 en speelde 320 wedstrijden, waarvan 292 in de competitie, voor Volendam tussen 1965 en 1976. Hij was centrale verdediger die met ziel en zaligheid speelde en koppend ijzersterk was. Bij vlagen kon hij bikkelhard optreden als de wedstrijd erom vroeg. Bij corners en vrije trappen gingen hij vaak mee naar voren, vanwege zijn kopkracht, en wist daaruit 14 keer te scoren. Voordat hij zijn debuut in het eerste elftal maakte, was hij in 1964 en 1965 onderdeel van het meest succesvolle A-juniorenteam uit de historie van de voetbalclub Volendam. Tweemaal haalde hij met dit team de finale om het Nederlands kampioenschap voor de hoogste junioren.

Naam
Het is niet algemeen bekend dat Jack eigenlijk Jaap heet. Dat ontstond rond 1966. In dat jaar speelden er, in het eerste van Volendam, drie jongens met de naam Jaap: Jaap Schokker, Jaap Tol (Stijn) en hijzelf. De Engelse trainer Ron Dellow vond al dat gedoe met drie 'Japen' veel te lastig. Hij noemde daarom Jaap maar Jack, op zijn Engels uitgesproken, terwijl hij Jaap Schokker zijn voornaam op zijn Engels uitsprak als 'Jeep'. Naar de krant toe gaf hij de opstelling ook op die manier door. Zodoende kenden de mensen hem nu als Jack, wat in Volendam weer op zijn Nederlands wordt uitgesproken.

Bijna transfer
In het seizoen 1965-66, stroomde hij vanuit de jeugd door naar het eerste elftal alhoewel het weinig gescheeld of hij was in de zomer van 1965 overgestapt naar DWS. “Ze hadden me gevolgd in de jeugdcompetitie. Jaap Schilder kwam naar me toe of ik in Amsterdam wilde praten met Henk Solleveld, de voorzitter van DWS en eigenaar van fotozaak Solleveld. Jaap werkte bij hem en had een afspraak voor me geregeld. Dus ik op een zaterdagochtend samen met mijn broer Jan met de bus naar zijn fotozaak in Amsterdam. DWS was de eerste club in Nederland die met alleen full-profs werkte. In 1964 waren ze Nederlands kampioen geworden, maar in de zomer van 1965 vertrok verdediger Daan Schrijvers naar PSV. Ik kon voor een salaris van 10.000 gulden per jaar tekenen als zijn opvolger. In de bouw verdiende ik 5.000 gulden. Dat was een flinke verbetering. De donderdag erop kwam Hein Schilder (Madoet) bij mijn moeder thuis. ‘Wat moet die jongen nou doen in Amsterdam met al die vrouwen, hij heeft geen rijbewijs. Nee, in de stad moet hij echt niet zijn’. Hein huilde samen met mijn vader en moeder tranen met tuiten. Toen hij de deur uitliep riep hij ‘Ga je nou nog?’ Ik voelde me behoorlijk onder druk gezet, maar het was een erg aantrekkelijk aanbod, dus ik voelde er wel voor. Een paar dagen later kwam Jaap Schilder weer langs dat het niet door kon gaan: DWS wilde 40.000 gulden betalen om me te kopen, maar Volendam vroeg 80.000 gulden.” Het verhaal kreeg nog een staartje. “Uiteindelijk bood Volendam me een contract voor 1.500 gulden per jaar. Ik was ook lid geworden van de VVCS, de vereniging van contractspelers. Die zeiden dat Volendam bij dat salaris nooit zo’n hoge transfersom had mogen vragen. Daarom moest Volendam alsnog 1.500 gulden bruto aan extra salaris aan me betalen.”
 

Het is 16 juni 1970 en de gebroeders Jack- en Jan Jonk (Bol) zijn op weg naar de eerste training van het nieuwe seizoen. Foto R. van der Randen.

3 maart 1971, Volendam-Go Ahead (0-0). Jack Jonk (Bol) vloert linksbuiten Bert van Marwijk. Foto Andre van der Heuvel, ANP.


Gebroken been
Hij was ook niet iemand die klaagde over pijntjes. Op 9 september 1973, in de thuiswedstrijd tegen Eindhoven, belette Jack Jonk (Bol) een tegenstander de vrije doorgang richting het Volendamse doel."Tijdens deze aktie hoorde ik iets knappen in mijn been. Ik vermoedde al dat er iets gebroken was, maar vond de pijn wel te verdragen. Ik heb nog een tijdje door gevoetbald en heb me toen maar laten wisselen. Na afloop ben ik het stadion uitgestrompeld. Op de fiets ging ik naar huis, trappend met het ene been en het andere liet ik hangen". De volgende dag was de pijn echter niet meer te verdragen en bleek, na foto's in het Waterlandziekenhuis van Purmerend, dat zijn scheenbeen was gebroken. Acht dagen verbleef hij tussen de witte lakens om de zwelling te laten zakken. Pas toen kon het gips eromheen, waarna hij maanden niet kon voetballen.

Stoppen met betaald voetbal
De beslissing om te stoppen met betaald voetbal nam hij in maart 1976. "De combinatie met het werk werd te zwaar. Als metselaar kwam ik om 15.30 uur thuis. Daarvandaan moest ik heel snel op de fiets naar het voetbalveld om te trainen. Alle zeven dagen van de week werden we op het voetbalveld verwacht. Voor training, massage of wedstrijden. Met pijn in mijn hart ben ik gestopt, maar het ging gewoon niet meer. Dokter Duin en Hein Schilder (Madoet) zijn nog bij me thuis langsgeweest om te praten over een nieuw contract. Ik heb ze verteld dat ik dat graag wilde, maar dan moest het mogelijk zijn om korter te werken in de bouw. Dat was uitgesloten. Direct na afloop van het seizoen werd Joop Brand als trainer binnengehaald. Toen bleek er plotseling geen geldprobleem meer te zijn". Ruud Suurendonk en Sem Wokke kwamen van AZ, er was geld voor Paul Bijvank, Fred André, John van Wensveen, Kees Guyt en Cor Zonneveld.

Amateurs
Samen met andere voormalige eerste elftalspelers ging hij verder bij het hoogste zaterdagelftal van de amateurs van Volendam. Met dit team werd hij in 1977 kampioen in de tweede klasse. De bekerstrijd van de zaterdagteams werd eveneens gewonnen.


6 oktober 1968, Ajax-Volendam (2-0). Jack Jonk (Bol) belet Johan Cruijff de doorgang. Foto Ron Kroon, Anefo

3 april 1972, Feijenoord-Volendam (2-0). Jack Jonk (Bol) blokt het schot van Willem van Hanegem. Foto Rob Mieremet, Anefo


10 mei 1970, Volendam - Blauw-Wit (2-0). Jack Jonk (Bol) kopt het tweede doelpunt binnen, nadat doelman Boomgaard mis tast. Foto Rob Mieremet, Anefo.


28 november 1971, Volendam - Ajax (0-1). Jack Jonk (Bol) in de tackle bij Piet Keizer.


Jack Jonk (Bol) in 1967

1 april 1972, Volendam - Excelsior (1-0). Kwartfinale KNVB Beker.