De opvolger van Lex Schoenmaker was de Amsterdammer Martin Kamminga. Hij speelde betaald voetbal bij DWS en FC Amsterdam. Hij was daarvoor trainer bij het Zeeburgia, Blauw Wit, Rood Wit A, Hilversum en de laatste jaren bij het Amsterdamse KBV. Hij moest het gaan doen met een uitgedunde selectie, want een 7-tal spelers had om uitlopende redenen afscheid genomen. Cees Steur (studie), Harry de Waart (naar Marken), Jack Klepper (zaterdagselectie), Jan Koopman, Peter Smit, Marco Koning en Menno Bosma waren er niet meer bij. Aanvulling kwam van een aantal talentvolle spelers o.a. Berry Smit en Tom Keizer. Tot halverwege het seizoen draaide Volendam (rkav) één op één, maar de daaropvolgende 9 wedstrijden werden nog maar 4 schamele puntjes verzameld. Het kwam maar moeilijk uit de hoek waar de klappen vielen. Dat had ook te maken met de vele positiewisselingen die dikwijls tijdens de wedstrijden, door blessures, moesten worden doorgevoerd. Handhaving bleek daarom het hoogste haalbare. In de slotwedstrijd tegen het reeds gedegradeerde RCH wist Volendam (rkav), via een 3-0 overwinning, het vege lijf te redden. Aan het einde van het seizoen verbrak Martin Kamminga zijn verbintenis met de club, want hij besloot om 3,5 maanden op wereldreis te gaan. Henri Bond werd dat seizoen clubtopcorer met 9 doelpunten.
|