Mühren, Arnold

Mühren, Arnold

Arnold Mühren werd geboren op 2 juni 1951 in de Dirkslandstraat 28 in Volendam, waar hij 22 jaar zou wonen. Een huis, dat mede door zijn oudere broer Gerrie Mühren, naar voetbal rook: "zover mijn herinneringen teruggaan, heb ik altijd gevoetbald. En van het begin af aan deed ik alles met mijn linkervoet." En dankzij die linkervoet werd één van de meest bescheiden en ondergewaardeerde spelers tevens één van de meest succesvolste ooit ter wereld. Er zullen er niet veel zijn die een prijzenkast hebben zoals die van hem: kampioen van de Eerste Divisie, Landskampioen, KNVB Bekers, Europa Cup I, II en III, Wereldbeker, Europese Supercup, FA Cups en Europees kampioen. Na zijn beginjaren bij Volendam tussen 1968 en 1971 leidde zijn carriere langs Ajax, FC Twente, Ipswich Town, Manchester United en tenslotte weer Ajax.

Zijn jeugd
Arnold Mühren was het zesde kind uit het gezin dat totaal negen kinderen telde (vijf jongens en vier meisjes). Al vroeg was hij druk in de weer met de bal, het liefst van zonsopgang tot zonsondergang. School vond hij dan ook maar een hinderlijke onderbreking van zijn dagrooster. Arnold trok zich in die tijd enorm op aan zijn oudste broer Gerrie, hij leerde de eerste kneepjes van het voetbal van hem. Op zijn twaalfde mocht hij dan eindelijk lid worden van de voetbalclub Volendam, waar Gerrie al enige tijd actief was. Arnold startte bij de F’jes met het afgedragen oranje tenue van zijn broer. Trainer Bruin Steur (Joep) zag al snel zijn enorme talent en was veel met hem bezig op het trainingsveld. Onder hem groeide hij uit tot een veel scoorde middenvelder die alle hoogste jeugdteams fluitend doorliep. "Ik kan alleen maar zeggen dat ik enorm veel aan Joep Steur te danken heb. Hij wist als geen ander dat je een Volendamse jongen voetballend niets hoeft te leren. Daarom werkte hij altijd op andere zaken. Hij deed dat met ongeloofelijk fanatisme. We kregen in die tijd vooral veel conditietraining. Omdat we fysiek te kort kwamen, liet hij ons vooral hard werken. Hij bracht de harde lijn erin en liet merken, dat naast het mooie en leuke voetbal, dat harde er ook bij hoorde."
 

De tekst gaat verder onder de foto's.


30 december 1969, de vijf gebroeders Mühren door Voetbal International in beeld gebracht: Jack (8), Jan (14), Arnold (18), Gerry (23) en Peter (12).


Volendam
In 1968 kreeg de 17-jarige Arnold Mühren zijn eerste contract, maar werd er nog geen beroep op hem gedaan. Pas in zijn tweede seizoen maakte hij, onder Hans Croon, zijn competitiedebuut op 17 augustus 1969, bij Fortuna SC uit, en werd hij een vaste waarde. Arnold Mühren werd toen een belangrijk onderdeel van een typische Volendam elftal, dat vol met technische spelers zat. "Ik speelde dat seizoen vooral vanuit mijn taak en dat is ook in mijn verdere carrière een mijn sterke punten geweest." Aan het einde van het seizoen pakte Arnold Mühren zijn eerste prijs, want Volendam werd namelijk op 24 mei 1970 na een 3-0 overwinning op Fortuna Vlaardingen kampioen van de Eerste Divisie. "Omdat we de jongsten waren, liet trainer Hans Croon, Wim Kwakman (Ballap) en mij voorin in de botter zitten en reden we de dijk op. Het is de enige keer dat ik in de 'Heen-en-Weer' heb gezeten, maar het is met de ontvangst van het Nederlands Elftal de mooiste huldiging die ik ooit heb meegemaakt. Dat komt misschien ook wel, omdat het mijn eerste grote titel was."

Een paar weken na de promotie belde Jaap van Praag namens Ajax. Hij kreeg een goede aanbieding maar alleen werd hem duidelijk gemaakt dat hij in het tweede elftal zou gaan spelen en dat hij pas in het tweede seizoen bij het eerste elftal zou worden betrokken. "Ik kon dan wel meer verdienen, maar mijn verstand zei, dat ik gewoon nog een jaar bij Volendam moest blijven. Dat had mijn trainer Hans Croon mij ook geadviseerd: daar speel je in het tweede en hier doe een seizoen lang ervaring op in de Eredivisie. Gelukkig toonde Van Praag alle begrip en we spraken af, dat we na het seizoen weer met elkaar om de tafel zouden gaan zitten." Het bleek een juiste beslissing. Volendam, met Arnold Mühren in de basis, draaide goed mee en eindigde op de elfde plaats in de Eredivisie. Hij speelde zo goed dat hij, samen met Jan Bond (Billy), werd geselecteerd voor Jong Oranje. Aan het van seizoen meldde Ajax zich weer en werd er snel zaken gedaan. Hij zou 62 wedstrijden voor Volendam spelen, waarvan 59 in de competitie. Hij scoorde hierin 6 doelpunten.


De tekst gaat verder onder de foto's.


10 mei 1970, Volendam-Blauw-Wit (2-0). Arnold Mühren komt juichend met Jan Bond (Billie) naar doelpuntenmaker Wim Kras (nr. 9). Op de rug gezien Klaas Zwarthoed (Vracht) met nr. 2 en Jannie Mühren met nr. 7. Foto Rob Mieremet, Anefo


24 mei 1970, Volendam - Fortuna Vlaardingen (3-0). Vooraan vlnr. Wim Kwakman (Ballap), trainer Hans Croon en Arnold Mühren. Foto ANP.


20 september 1970, Volendam - Ajax (0-3). Heinz Stuy grijpt in voordat Arnold Mühren gevaarlijk kan worden. Ruud Krol hoeft niet te assisteren.


Ajax
Toen Arnold Mühren in 1971 bij Ajax kwam, keek hij zijn ogen uit. “Ajax had net de Europa Cup gewonnen door Panathinaikos te verslaan. Veel heb ik niet gespeeld, want de trainer Kovacs had geen reden om te wisselen. Het was zo'n goed team. Als ik speelde was dat als linkshalf of als hangende linksbuiten. Dan viel ik in voor Piet Keizer. Zoals in de halve finale van de Europa Cup tegen Real Madrid. Broer Gerrit stond linkshalf en scoorde het enige doelpunt.”

Het eerste jaar had hij geen problemen met de bank. Naarmate het duurde, hoe moeilijker het werd. Maar hij bleef hopen op een kans, want hij wilde toch bij Ajax slagen. Daarom tekende hij na een seizoen weer drie jaar bij, toen Ajax zijn contract had opengebroken. Hij ging er financieel veel op vooruit, maar toch voelde het niet goed. Alle prijzen werden gewonnen: Landskampioen, KNVB Beker, Europcup I, Europese Supercup en Wereldbeker. “Bij huldigingen die daar altijd op volgden, voelde ik me echter nooit betrokken omdat ik wisselspeler was. Ik voelde me nooit op mijn gemak als we in open auto’s met de Europa Cup door Amsterdam gingen. Ik zat dan in zo’n auto en dacht dan: ‘ik zit hier nu wel tussen, ik heb er geen zak aan gedaan”. Bij de huldiging op het bordes van de Stadschouwburg durfde ik niet vooraan te staan.”

Met Ajax won hij in totaal twee keer de Europa Cup (1972 en 1973) en één keer de Wereldbeker (1972). De twee Europese tegen Inter Milaan en Juventus zag hij van de bank, maar voor de Wereldbeker tegen Independiente moest hij in Buenos Aires invallen voor Johan Cruijff.  Het werd één van de meest bizarre duels van Ajax ooit. Het was ook een politiek verhaal, want Videla was nog aan de macht en Ajax twijfelde of we wel of niet zouden gaan. Hij vertelde: “We gingen toch en ik viel in, want Cruijff werd uit de wedstrijd geschopt. Zodra Cruijff de bal sprongen er twee man op hem af met maar één doel: hem uit de wedstrijd schoppen. En dat lukte vlak voor rust. En toen moest ik erin. Er waren 120.000 mensen in het stadion en het barstte van de politie. Als je naar de wc ging, liep er één met je mee en bij een corner stond je niet lekker, want er nauwelijks plaats omdat er een politieman naast je stond. Je hoorde je medespelers niet eens vanaf een meter afstand. Een voordeel had het spelen van die wedstrijd wel. Alles wat er na zou komen zou meevallen!" Het werd uiteindelijk 1-1. Hoewel Ajax thuis met 3-0 won en zo de Wereldbeker veroverde, besloot het bestuur dat zo’n wedstrijd om de Wereldbeker eens maar nooit meer was.

Hoewel hij vanaf 1973 meer wedstrijden ging spelen in het eerste van Ajax, stond hij nog steeds niet elke week opgesteld en dat werd hem teveel. Een ruil met René Notten, linkshalf van FC Twente, in de winterstop van 1974 bleek voor hem dan ook een uitkomst.


De tekst gaat verder onder de foto's.


23 september 1973, Ajax - Feyenoord (2-1). Arnold Mühren, tussen Wim Jansen en Joop van Daele, scoort de 2-1. Keeper Treytel is te laat. Foto Bert Verhoeff, Anefo


6 april 1974, Ajax - MVV (4-1). Arnold Mühren in duel met Bram Braam. Foto Hans Peters, Anefo.


Twente
In Enschede werd Arnold Mühren wel een vaste waarde. Hij speelde op het middenveld samen met Frans Thijssen en Kick van der Vall, waar ontzettend veel voetbal in zat. “Geen van drieën konden we verdedigen, maar positioneel waren we zeer sterk. Van de negentig minuten had Twente zeker tachtig minuten balbezit en daardoor hoefde je nauwelijks te verdedigen. Het was de tijd dat we de bal net zo doorspeelden, tot we een kansje zagen. Het middenveld scoorde toen ook erg veel. Ik ben twee keer topscoorder geweest van Twente met vijftien doelpunten.”

Twente had in die eerste jaren alleen een groot probleem: de ploeg zat overal bij, maar viel op het laatste moment altijd buiten de prijzen. In de Eredivisie zaten ze lang in de race om het kampioenschap maar werden er op de meeste vreemde momenten punten weggegeven. In dat opzicht was 1975 een rampjaar. Finale van KNVB Beker tegen Den Haag en finale tegen Borussia Mönchengladbach gingen beiden verloren. Na de 0-0 in Duitsland was het optimisme groot om het thuis af te kunnen maken. Twente koos massaal de aanval maar onder aanvoering van Jupp Heynckes, die de ene beauty na de andere scoorde, kreeg men een afstraffing van 1-5. In de bekerfinale was Twente de torenhoge favoriet, maar weer ging het mis. Den Haag maakte al snel 1-0 en ging met tien man voor de goal hangen. Vele kansen werden gemist maar geen doelpunt en dus geen beker. Pas twee jaar later in 1977 was het raak. Maar toen was het ook kantje boord. In Nijmegen werd de KNVB beker gewonnen ten koste van Eerste Divisionist PEC Zwolle. Er was een verlenging nodig waarin Epi Drost vanaf 35 meter de bal in de bovenhoek knalde. Daarna was het verzet gebroken en maakte Twente nog twee doelpunten, waaronder één van Arnold Mühren.

In 1978 wilde Ajax hem na 2,5 jaar terughalen, maar Twente wilde hem niet kwijt. Hij had met FC Twente mondeling afgesproken dat hij nog één jaar zou blijven, maar daarna wel voor 400.000 gulden (circa 182.000 euro) naar Ajax zou gaan. In dat jaar haalde hij echter het Nederlands Elftal en vond Twente hem veel meer waard dan de mondeling afgesproken vier ton. Ze vroegen nu 800.000 gulden (circa 363.000 euro). "Achteraf natuurlijk niet zo slim van mij om niets op papier te laten zetten, maar ik weigerde toen nog voor Twente te spelen en ik ging terug naar Volendam. Ik trainde daar met de Volendam-selectie mee om mijn conditie op peil te houden."


De tekst gaat verder onder de foto's.


19 mei 1977, Bekerfinale Twente - PEC Zwolle (3-0, na verlenging). Epi Drost toont de KNVB beker uitgereikt door Prins Bernard. In het midden Arnold Mühren. Foto Anefo.


4 december 1977, Haarlem - Twente (1-1), Arnold Mühren scoort voor Twente. George en De Vries van Haarlem kunnen dit niet meer verhelpen. Foto Koen Suyk, Anefo


Engeland
Meetrainen met Volendam heeft niet lang geduurd want op een dag stond Bobby Robson - die door voormalig Ajax-trainer Hans Kraay op hem was gewezen toen hij een linkshalf zocht - op het trainingsveld. "Ipswich Town wilde mij hebben en het moest snel ook want dan kon ik nog meedoen in de Europa Cup. Mijn vrouw en ik werden met een privévliegtuig naar Ipswich gevlogen en kregen een rondvlucht boven het stadje. Op het vliegveld zag het vervolgens zwart van de mensen. Ik dacht dat er één of andere popster zou landen, maar ze waren daar speciaal voor mij. Ik was de eerste buitenlander bij Ipswich. Terug in Nederland kon ik Ipswich Town niet meer uit mijn hoofd zetten en Bobby Robson had een geweldige indruk op mij en mijn vrouw achter gelaten. Omdat Ajax niet verder wilde gaan dan 400.000 gulden heb ik Karel Jansen gebeld of hij weer contact met Engeland kon opnemen. Twee dagen later tekende ik in het Schiphol Hilton voor Ipswich Town. "De eerste wedstrijd die ik speelde met Ipswich was tegen Liverpool, een fantastisch elftal. Maar ik heb waarschijnlijk niet meer dan drie ballen geraakt. Zo ging dat nog drie wedstrijden en toen ben ik naar de trainer gestapt en gezegd dat ze net zo goed de terreinknecht voor mij konden opstellen, omdat ik geen bal kreeg. Alles vloog over mij heen. Daarna werd de tactiek veranderd en ging de bal via het middenveld naar voren. Toen Frans Thijssen een halfjaar later kwam, was Ipswich een Europese topploeg en werden we bijna kampioen, misten dat op een of twee puntjes. In 1981 speelden we met Ipswich tegen AZ de UEFA Cup-finale. Thuis wonnen we met 3-0 en uit verloren we met 4-2. Na de wedstrijd vertelde Ronald Spelbos, verdediger van AZ, dat ze de eerste wedstrijd niet zo goed waren omdat ze net kampioen waren geworden en daarna teveel hadden gedronken. 'Dat is geen excuus', zei ik. 'Dat doen ze hier drie keer in de week.' De dag erna stonden ze gewoon weer allemaal met opgestroopte mouwen op de training.''

Arnold Mühren speelde vier seizoenen voor Ipswich Town en miste in die periode maar vier wedstrijden. Er was geen sprake van een winterstop en er werden bijna nooit wedstrijden afgelast. "Er waren in de winter wel wedstrijden waarin ik mijn voetbalschoenen niet meer zag door de lagen prut waarin ze stonden." Ook tijdens de kerstdagen werd gewoon doorgespeeld: "Wij speelden op 21, 24, 26, 28 december en 1 januari. In Engeland werd gedacht 'kerst is een huiselijk feest, dus de mensen willen eruit'. Daar ga je in mee. Wij zaten zelfs met Oud en Nieuw in een hotel."

In 1982 werd Mühren verkocht aan Manchester United, waarmee hij in 1983 zowel de Charity Shield als de FA Cup won. In 1985 werd de FA Cup opnieuw gewonnen. Hij was de eerste Nederlander ooit die scoorde in de finale van de strijd om de FA Cup. Hij benutte op 26 mei 1983 in het duel tegen Brighton (4-0) een strafschop. 


De tekst gaat verder onder de foto's.


20 mei 1981, AZ'67 - Ipswich Town (4-2). Arnold Mühren en Frans Thijssen tonen, in de catacomben van het Olympisch Stadion, de UEFA beker namens Ipswich Town. Dit resultaat was voldoende omdat de thuiswedstrijd in Engeland met 3-0 was gewonnen.

26 mei 1983 FA Cup Finale, Manchester United - Brighton (4-0). Arnold Muhren scoort op Wembley namens Manchester United de 4-0 uit een penalty. Deze wedstrijd was een replay omdat de eerste wedstrijd, vijf dagen eerder, in 2-2 was geeindigd. Foto ANP


Terug bij Ajax
Hij had eigenlijk al beloofd dat hij, na het seizoen 1984-1985, nog een seizoen bij Manchester United zou blijven. ''Ik was 34 jaar. Ik zou minder gaan spelen, maar ik had afgesproken nog een jaar te blijven als mentor van de spelersgroep.Toen belde Sjaak Swart op een dag voor een wedstrijd met oud-Ajacieden en zei dat hij eigenlijk vond dat ik weer bij Ajax moest gaan spelen. Hij belde naar Johan Cruijff die destijds trainer was en Johan belde mij weer en riep: 'Het maakt me niet uit wat je beloofd hebt. Je moet hierheen komen. Ik heb talentvolle spelers, maar allemaal rond de twintig. Rijkaard, Van Basten, Robbie de Wit. Je regelt het maar.' Ik heb toen bij United gezegd, met een zakdoekje erbij, dat ik mijn kinderen in Nederland naar school wilde laten gaan en weer in Volendam wilde wonen. Vervolgens wonnen we met Ajax de Europa Cup II en was ik op het EK van ‘88 basisspeler – op mijn 37e. Johan zei tegen de andere spelers: 'Als Arnold een verkeerde bal geeft, ligt het niet aan hem.' Dat was lekker voetballen voor mij.''


De tekst gaat verder onder de foto's.


13 april 1986, HFC Haarlem - Ajax (1-2). Arnold Mühren in de achtervolging op Marcel Peeper. Rechts ziet Frank Rijkaard het gebeuren. Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer.


Arnold Mühren aan de bal op 13 mei 1987 tijdens de finale Europacup II in het Olympisch Stadion in Athene. Ajax nam het op tegen het Oost-Duitse FC Lokomotive Leipzig. De Amsterdammers hadden genoeg aan een doelpunt van Marco van Basten. Het was de eerste keer dat een Nederlandse club de finale van de Europacup II bereikte.


Interlandcarrière
Arnold Mühren speelde 23 interlands, waarin hij drie keer scoorde. Hij maakte als speler van FC Twente op 5 april 1978 zijn debuut in een uitwedstrijd tegen Tunesië, die met 0-4 werd gewonnen. In 1988 werd hij, 37 inmiddels, op 25 juni van dat jaar Europees kampioen met Nederlands elftal. In de finale tegen de Sovjet-Unie maakte hij misschien wel de belangrijkste actie uit zijn loopbaan: de lange voorzet waaruit Marco van Basten de 2-0 scoorde. De gewonnen finale was ook zijn laatste interland voor het Nederlands elftal.


De tekst gaat verder onder de foto's.


14 juni 1988, Nederland - Engeland (3-1), Arnold Mühren omhelst doelpuntenmaker Marco van Basten. Foto Rob Bogaerts, Anefo.


Huldiging tot ereburger van Volendam, voor zijn woning, na winst bij het EK'88 door Burgemeester Westendorp.


Trainer
In 1989 nam Arnold Mühren als speler van Ajax op 38-jarige leeftijd afscheid van het betaalde voetbal. Hij speelde op 21 mei van dat jaar zijn laatste competitiewedstrijd in De Meer tegen Willem II, die met 1-0 werd gewonnen. Hij bleef echter actief met de bal. Samen met broer Gerrie organiseerde de gebroeders Mühren zes jaar lang, bij amateurclubs, voetbalclinics voor de jeugd. Uiteindelijk kwam daar een einde aan: "de sponsors vielen weg en was het niet meer haalbaar om het met zijn tweeën te doen." Broer Gerrie ging daarna een tijdje alleen verder met de clinics, om vanaf 1999 in dienst te treden bij Ajax als scout Betaald Voetbal.

Na de periode van voetbalclinics trad Arnold Mühren in 1998 toe tot de technische staf van de voetbalclub Volendam. Een hectische periode volgde. ,,In die periode van tweeënhalf jaar hebben we drie voorzitters gehad, kregen de spelers TBC, speelde de affaire Peter van der Rijt en werd trainer Dick de Boer ontslagen. In juni 2000 liep mijn contract af bij Volendam en in januari 2000 vroeg Ajax mij al om te beginnen als jeugdtrainer. Maar ik wilde Volendam niet de rug toekeren terwijl het al zo slecht ging, dus ik heb mijn contract keurig uitgediend."

Voor Arnold Mühren was het trainen van de jeugd bij Ajax een logisch vervolg op zijn lange en succesvolle carrière als voetballer en het geven van voetbalclinics. Het leukste is om te werken met kinderen tussen de tien en veertien jaar",  Arnold Mühren, die bewust geen betaald-voetbaltrainer wilde worden. ,,Ik heb zo lang in de schijnwerpers gestaan tijdens mijn carrière. Dat is genoeg geweest. Ik blijf nu liever op de achtergrond." Door de clinics was zijn voorkeur gevormd en wilde hij de leeftijdsgroep 10-14 jaar trainen. Het werd de C2 en dat elftal stond tot 2010 onder zijn leiding. Door een reorganisatie in de jeugdopleiding kwam er toen, tot zijn spijt, een einde aan het avontuur als jeugdtrainer bij Ajax. Sinds die tijd bekleedt Arnold Mühren een andere functie bij Ajax. Op parttime-basis reist hij naar het buitenland om clinics te geven. Hij verspreidt de Ajax-filosofie, die – zoals wereldwijd bekend – gestoeld is op het opleiden van talent. "En dat werk is geweldig om te doen. Ik vertel dan ook regelmatig over mijn eigen loopbaan en over de werkwijze bij Ajax." 


Als assistent-trainer van FC Volendam in het seizoen 1997-1998.