Klasse 2e klasse C
Plaats 9
Trainer Kees Kick

Terugblik

Volendam (rkav) beleefde een teleurstellend seizoen. Ondanks de nieuwe en positieve aanpak van de nieuwe trainer Kees Kick bleef het toch vechten tegen degradatie. Pas op de slotdag, na een zege op DESTO, was de klus geklaard, waardoor Geinoord en Kennemerland in een beslissingswedstrijd moesten bepalen wie met SIZO een stapje terug moest doen. Het inpassen van een aantal jonge spelers kostte, in begin van de competitie, veel punten. Daarna ging het beter draaien, alhoewel een gebrek aan scorend vermogen en tekort aan verdedigers het gehele seizoen de ploeg parten bleef spelen. Tegen betere teams kwam het gek genoeg beter voor de dag. Van kampioen Scherpenzeel werd bijvoorbeeld 3 punten afgesnoept. Misschien ook omdat er dan meer uit vanuit de counter kon worden gevoetbald. Een systeem wat de ploeg het beste lag. Deze ploegen die ook vochten tegen degradatie werden daarentegen vaak de punten onnodig weggegeven. Zo behaalde CIZO dit seizoen maar een overwinning juist tegen Volendam (rkav).
 

23 maart 1985, IJmuiden - Volendam (rkav) (3-1). Klaas Plat in duel. Op de achtergrond kijkt Jaap Jonk (Kippie) toe. Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer.


Eindstand


Nr. Club GS W G V PTN DV DT
1. Scherpenzeel Promotie 22 11 8 3 30 42 21
2. Sparta Nijkerk 22 12 6 4 30 50 29
3. IJmuiden 22 10 8 4 28 39 23
4. CSW 22 9 9 4 27 43 29
5. Vlug en Vaardig 22 10 7 5 27 41 31
6. DESTO 22 7 8 7 22 40 35
7. SDVB 22 6 10 6 22 36 36
8. HCSC 22 7 5 10 19 41 46
9. Volendam (rkav) 22 5 8 9 18 31 46
10. Kennemerland 22 6 5 11 17 23 44
11. Geinoord Degradatie 22 5 7 10 17 19 32
12. SIZO Degradatie 22 1 5 16 7 27 60


Kees Kick (trainer 1976-1988)
Voordat Kees Kick in Volendam neerstreek, speelde hij zelf zeventien jaar in het betaalde voetbal (bij ondermeer De Volewijckers, BVC Amsterdam, DWS en NEC) en was hij trainer bij Slotervaart, het tweede van Telstar, EDO en FC Amsterdam. Vanaf het seizoen 1985-1986 moest hij proberen om zowel de zaterdag- als de zondagselectie van de Volendam amateurs weer van nieuw elan te voorzien. Vol ambitie probeerde hij van zijn dubbelfunctie wat moois te maken. Zijn uitgangspunt was heel duidelijk: “Presteren, dat telt want je krijgt geen cijfer voor de best voetballende ploeg”. Zijn manier van leven en praten, zijn humor en no-nonsense aanpak pasten in de Volendamse cultuur. Hoewel hij niet full-time in dienst was bij de club, zat hij zes dagen per week in Volendam. In de twee seizoenen bevond hij zich in een wereld van uitersten. De zaterdag-selectie bevond zich voortdurend in de onderste regionen en zou uiteindelijk ook degraderen, terwijl in datzelfde seizoen de zondag-selectie kampioen werd. “En dat bewijst maar eens te meer, dat een trainer afhankelijk is van het materiaal”, liet hij optekenen, ”Beide selecties krijgen van mij dezelfde training en hebben dezelfde voorbereiding op de wedstrijd”. Zijn avontuur in Volendam werd abrupt onderbroken toen hij na het kampioensfeest van de zondagselectie in 1986 betrokken raakte bij een zeer ernstig auto-ongeluk. De eerste anderhalf jaar zat hij in een rolstoel. Vele jaren moest hij daarna revalideren. Een voortzetting van zijn trainersloopbaan zat er niet meer in.