Kees ‘Pier’ Tol werd op 12 juli 1958 in Volendam geboren en is één van de vijf voetballers uit Volendam die het Nederlands Elftal heeft gehaald. Hij had zijn voetbaltalent niet van een vreemde, want ook zijn vader Thames en jongere broer Wim speelden in het eerste team van Volendam. Hij was een typisch Volendams talent, geschoold op straat, die zowel links als rechts op de vleugel werd opgesteld. Maar ook in het centrum van de aanval kon hij aardig uit de voeten. Als junior werd hij meermalen opgenomen in selecties van de afdeling Noord-Holland en stak hij technisch boven zijn medespelers uit. Hij was een ‘gentleman’ in het veld, die alles op gevoel leek te doen, en bekend stond als de speler met de fabelachtige sleepbeweging en de enorme snelheid op de eerste meters.
Hij maakte zijn debuut voor Volendam, op zeventienjarige leeftijd, in uitwedstrijd tegen Heerenveen op 8 november 1975. Twee weken later stond hij in de thuiswedstrijd tegen SC Amersfoort opnieuw in de basis en maakte hij zijn eerste treffer. Hij zou dat seizoen definitief doorbreken en kwam vanwege zijn aanvallende kwaliteiten al snel in de belangstelling van diverse clubs te staan. Na 3 seizoenen Volendam, waarin hij 70 wedstrijden speelde en 16 doelpunten maakte, maakte hij uiteindelijk de overstap naar het ambitieuze AZ'67. Deze overgang ging echter niet zonder slag of stoot.
De tekst gaat verder onder de foto's.
Overgang naar AZ'67
In het seizoen 1976-1977 werd Kees Tol (Pier) ongewild onderdeel van een burenruzie tussen AZ’67 en Volendam. Volendam, dat in die periode onderaan in de Eerste Divisie speelde, had plannen om weer voor promotie mee te kunnen spelen. Om dit te kunnen bereiken vroeg Volendam, via technisch manager Joop Brand, steun voor deze ambities aan AZ '67. Deze club stelde hiervoor Ruud Suurendonk en Sem Wokke gratis ter beschikking. Toen Volendam, in november 1976, ook belangstelling had voor Hans Mol kwamen AZ '67, Joop Brand en het Volendamse bestuurslid Jan van der Linden overeen dat AZ '67 in ruil voor Mol vijf jaar de tijd had om een claim te leggen op een jeugdspeler van Volendam. Deze afspraak werd vastgelegd in een geheime overeenkomst. AZ '67 had al lang zijn keuze bepaald en zijn oog laten vallen op Kees Tol (Pier). In februari 1978 eiste AZ '67 Kees Tol (Pier) op en tekende hij, bij de club uit Alkmaar, een driejarig contract. Daarmee werd ook de geheime overeenkomst publiek. Volgens het bestuur van Volendam zouden Brand en Van der Linden niet bevoegd zijn geweest namens de club te tekenen omdat zij buiten het bestuur hadden gehandeld. Door AZ’67 werd dit bestreden. Het dorp stond volledig op zijn kop en was verontwaardigd over de handelwijze van AZ '67 dat een speler naar zich toehaalde die een veel grotere waarde had dan Hans Mol. Volendam vocht de rechtsgeldigheid van de overeenkomst bij de KNVB aan. Dat gebeurde met verbaal vuurwerk van de zijde van Volendam-voorzitter Jan Guijt (Cottaar). Deze deed uitspraken als: “De goede wil van AZ was hulp met een dubbele bodem” en “Ze hebben ons bedonderd, die twee (doelend op de gebroeders Molenaar). Ik wil ze niet meer zien. Ook als wij hier in Volendam tegen AZ moeten voetballen, kom ik niet in de bestuurskamer. Geestelijk zijn de gebroeders beneden mijn niveau”. Na vele maanden procederen bij de KNVB ontving Volendam alsnog de normale transfervergoeding voor Kees Tol (Pier). Het luidde wel het vroegtijdig vertrek van Joop Brand bij Volendam in.
De tekst gaat verder onder de foto's.
AZ Periode
In Alkmaar kwam hij terecht in een team vol vedettes en een Europees topteam in wording. Dit gebeurde dankzij de steun van het Wastora-concern dat onder leiding van de gebroeders Klaas en Cees Molenaar de club vanaf 1972 onder zijn hoede nam. Een uitgekiende marketingstrategie en een slim aankoopbeleid met namen als o.a. Kristen Nygaard, Kees Kist, Jan Peters, Hugo Hovenkamp. Die vedettes hadden in begin maar weinig oog voor de jonge aanvaller. De daardoor onzekere Kees Tol (Pier) draaide een moeizaam eerste seizoen: "Ik had last van spanningen en liep blessures op. Door een rugklacht bleef ik zelfs zeven maanden aan de kant staan." Wat ook niet hielp was dat Hans Kraaij Senior vlak na zijn overgang naar Alkmaar vertrok en werd vervangen door Georg Kessler.
Het tweede seizoen stond in het teken van het veroveren van een basisplaats. Trainer George Kessler hanteerde echter een systeem met een voorhoede van 2 spitsen. Kees Tol (Pier) had in de voorhoede concurrentie te duchten van Kees Kist en Kurt Welzl. Op 1 november 1980 begon Kees Tol (Pier) weer op de bank omdat George Kessler de voorkeur gaf aan Kurt Welzl. Het liep echter niet en het publiek begon te morren en te roepen om 'Pier'. Trainer Kessler zwichtte en bracht de spits in de 2e helft in. Zwaar teleurgesteld om zijn reserve beurt, maar ook super gemotiveerd om er wat van te maken, zag hij na 10 minuten de doelman van MVV Peter Gerards een meter of 5 voor zijn doel staan. Hij bedacht zich geen moment en schoot vanaf 30 meter over de doelman, en het stadion ontplofte. Na afloop van de wedstrijd was er een legendarisch interview, op het veld, met Harry Vermegen. Kees Tol (Pier) stond bijna te huilen van emotie omdat trainer Kessler het weer niet “aandurfde” om hem in de basis te zetten. Vanaf die wedstrijd had hij echter een vaste basisplaats veroverd.
Terugkijkende vertelde hij: "Het was een elftal van uitzonderlijk niveau. We wonnen uit bij Ajax (1-2), PSV (0-3) en Feyenoord (1-5). We hebben dat seizoen maar één keer thuis verloren van Ajax, dat toen één keer over de middenlijn kwam en scoorde. Ajax, Feyenoord en PSV hadden destijds ook heel sterke teams. Wij speelden echt supermooi voetbal, waren ook overtuigd van onszelf. We speelden iedere wedstrijd met veel zelfvertrouwen en wisten dat het goed zo komen. Een typische voorbeeld daarvan was de uitwedstrijd tegen Ajax. “Kurt Welzl maakte uit een penalty gelijk. Daarna kwam er een diepe bal van Ronald Spelbos, Kees Kist kopte voor en ik volleerde de bal in het net. Een aardig doelpunt. Een heel snelle aanval, één keer raken over drie schijven. Die goal was wel een typisch voor het AZ van dat seizoen. We hadden veel spelers die waar nodig de bal gewoon één keer konden raken.” Toch genoot het superieure sterrenteam weinig erkenning. AZ was niet echt populair. Ook niet onder de Noord-Hollandse supporter. Er zaten gemiddeld 10.000 toeschouwers op de tribune terwijl er voor 16.500 plaats was. Voetbalkenners stonden evenmin te trappelen van enthousiasme. Coach Kessler hanteerde al het hele seizoen een 4-4-2-systeem dat volgens critici resulteerde in voorspelbaar, klinisch en weinig spectaculair spel. Aan de andere kant won AZ de meeste wedstrijden, scoorde het de meeste doelpunten en beschikte het over de minst gepasseerde verdediging. Het team was organisatorisch, tactisch volleerd en vormde een ijzersterk collectief.
Na het kampioenschap in Alkmaar wilde KeesTol (Pier) – net als vele ploegmaats – naar het buitenland. Dat ging niet door, omdat Klaas Molenaar hem en Hugo Hovenkamp voor de club wilde behouden. "AZ hield ons vast en bleven daardoor langer bij de club dan velen verwachtten en ik maakte dus ook de magere jaren mee. Voor mij was dit wel pech, want grote clubs als Ajax, PSV en Gyon toonden veel belangstelling. Een transfer bleef dus uit."
De economische crisis zorgde er na het behalen van het kampioenschap voor dat Wastora een stap terug moest doen en in 1986 zelfs de banden met de club verbrak. De gevolgen voor de club waren desastreus. Uiteindelijk degradeerde AZ, zoals de club toen was gaan heten, in 1988 naar de Eerste Divisie. Uiteindelijk zou Kees Tol (Pier) bijna tien seizoenen in het Alkmaarderhout blijven voetballen. In februari 1988, na 248 wedstrijden en 82 doelpunten, verhuisde hij uiteindelijk naar Fortuna Sittard voor 100.000 gulden (circa 45.000 euro).
De tekst gaat verder onder de foto's.
Blessureleed
Het begin bij Eredivisionist Fortuna Sittard was nog hoopvol maar na een half jaar kreeg hij problemen met zijn achillespees. Daarna viel hij van de ene in de andere blessure en kwam niet meer aan spelen toe. Hij speelde in die periode 16 wedstrijden en scoorde maar 1 doelpunt. Hij vertrok daarom naar SVV in Schiedam dat in de Eerste divisie speelde. Zijn ploeggenoten waren o.a. Ab Plugboer en wederom Keje Molenaar. Blessures bleven hem echter plagen en op zijn 32e besluit hij daarom te stoppen met voetballen. In totaal zou hij voor SVV 20 wedstrijden spelen, waarin hij 5 doelpunten scoorde.
Interlandcarrière
Tussen 1980 en 1982 speelde hij 5 interlands. Dat het uiteindelijk bij dat aantal bleef, had veel te maken met Kees Rijvers, de opvolger van Jan Zwartkruis. Bij zijn eerste interland riep hij Kees Tol (Pier) op, maar deze gaf aan flink uit vorm te zijn en meldde zich af. Dat had de nodige consequenties want Kees Rijvers riep hem daarna nog slechts één keer op. Tegen Griekenland (1-0 winst) speelde hij in 1982 met tegenzin als linksbuiten in plaats van de spits een hele wedstrijd. Het bleek later zijn laatste interland te zijn.
De tekst gaat verder onder de foto's.
22 februari 1981, Nederland - Cyprus (3-0). Staand vlnr: Arie de Vroet, Pim Doesburg, Hugo Hovenkamp, Jos Jonker, Ronald Spelbos, John Metgod, Frans Thijssen, interimtrainer Rob Baan. Zittend: Peter Arntz, Romeo Zondervan, Cees Schapendonk, Pier Tol en Jan Peters. Opvallend: 7 spelers speelden op dat moment voor AZ'67.
Sportzaak
In het seizoen 1981-82 was Dick Maurer hoofdtrainer van Volendam. Hij bestierde daarnaast nog een sportzaak in Volendam. Dat werd hem teveel en hij zocht iemand die het wilde overnemen. Hij dacht daarbij in eerste instantie aan Kees Tol (Pier). Al in 1981 deed Dick Maurer een voorstel, maar dat was voor hem te vroeg. “Ik vond het een goed idee maar het was nog te vroeg. In die periode speelde AZ’67 nog vaak drie keer per week vanwege Europacupwedstrijden en het bekertoernooi. In 1982 verkocht AZ’67 alle grote spelers en één jaar later zakte we naar de elfde plaats. Daardoor kreeg ik wat meer ruimte en ben ik in eerste met Kees Molenaar (Keje) die sportzaak begonnen: Sporthuis Pier & Keje. Maar al snel bleek Kees Molenaar (Keje) niet echt geschikt voor een winkel. Hij had er geduld niet voor voor. Als Keje bijvoorbeeld een half met een klant bezig was die uiteindelijk niets kocht, was hij pisnijdig. Hij probeerde bovendien alles in het donkerblauw te verkopen omdat hij dat zelf een mooie kleur vond. Ook was hij er vaak niet. Je zou kunnen zeggen dat ik in die periode 80% runde en hij voor 20%. Hij heeft het nog anderhalf jaar volgehouden en toen ben ik alleen verder gegaan als Sporthuis Pier. Die zaak zag ik als mijn toekomst. Voor later als niet meer voetbalde. Ik had in mijn voetbaljaren niet slecht verdiend maar ik kon echt niet stoppen met werken.” Anno 2020 bestaat de zaak nog steeds en is intussen uitgebreid. Het hele pand is een aantal jaren geleden tegen de vlakte gegaan en er is een nieuw pand voor in de plaats gekomen. Kees Tol (Pier) woont nu samen met zijn gezin boven de zaak en die loopt naar volle tevredenheid.