Kramer, Frank

Kramer, Frank

Frank Kramer voetbalde 5 seizoenen bij Volendam in de periode tussen 1977 en 1984. Hij speelde voor de club in die jaren 111 officiële wedstrijden, waarvan 98 in de competitie, en scoorde daarin 33 doelpunten, waarvan 27 in de competitie. Hij was zonder twijfel één van de kleurrijkste spelers die ooit bij Volendam in het eerste elftal heeft gespeeld. De geboren Amsterdammer was namelijk niet alleen voetballer maar ook trainer, zanger, presentator, showmaster en commentator.

In december 2019 verscheen zijn biografie “Eeuwig op de vlucht, een toevalstreffer leven”, geschreven door NOS-sportcommentator Philip Kooke. Tijdens de boekpresentatie, vatte hij Frank Kramer samen als: “Ieder mens is uniek in zijn soort, maar sommigen zijn iets unieker dan anderen.” Op zijn 73e verjaardag werd hij onwel en geraakte in coma. Hij overleed vier dagen later op 1 december 2020. Via zijn biograaf liet hij een markante afscheidsboodschap achter: "Mensen, het was mooi. U wordt allemaal hartelijk bedankt." 

Hij begon met voetballen bij amateurvereniging RKAVIC in Amstelveen en was al 22 jaar toen hij in 1970 de sprong naar het betaalde voetbal maakte bij Blauw-Wit, spelend in de Eerste Divisie. Bij de fusie van Blauw Wit en DWS tot FC Amsterdam in 1972 maakte hij de overstap naar de fusieclub, die uitkwam in de Eredivisie. Vanaf december 1973 werd hij voor een half jaar verhuurd aan MVV. Omdat hij overhoop lag met trainer Pim van de Meent wilde hij niet meer terugkeren naar FC Amsterdam en in seizoen 1974-1975 was hij zonder club. In juli 1975 tekende hij een contract bij Telstar en in 1977 maakte hij de overstap naar FC Volendam. Vanaf 1979 kwam hij voor één seizoen uit voor HFC Haarlem en in 1980 keerde hij terug bij Telstar. In 1981 verkaste hij opnieuw naar FC Volendam. In 1984 werd hij afgekeurd vanwege problemen met zijn achillespees en beëindigde hij zijn loopbaan als profvoetballer.

Grillige buitenspeler
De voetballer Frank Kramer was een sterke, snelle, maar grillige buitenspeler, die geniale momenten kon afwisselen met periodes van grote mislukkingen. Zijn wisselvalligheid belette hem echter niet om zich te ontpoppen tot een eigenzinnige publieksvoetballer, die zich vooral in de confrontaties met de topclubs Ajax, Feijenoord en PSV trachtte te manifesteren. “Het was voor mij de uitdaging om in de grote wedstrijden het beste uit mijzelf te halen, want dan was je op TV met FC Volendam. Anders nooit. Dat vond ik fantastisch.”

Zijn specialiteit was: de slalom, het liefst van begin tot eind in de hoogste versnelling uitgevoerd. Hij had daarbij een bijzonder gedrongen, krom loopje. Dat leverde hem de bijnaam ‘het houten paard’ op. Zelf vertelde hij over zijn manier van voetballen: “Ik was een liefhebber, volkomen ongeschikt voor het profvoetbal. Een betaald voetballer die dacht als een amateur. Ik leefde in de veronderstelling dat je als aanvaller de bal zo lang mogelijk bij je moest houden. Dat vond ik ook het mooist van het voetbal: lekker hollen met die bal aan je voet en dan maar zien hoe ver je kwam. Soms lukte het. Dan maakte ik zulke fantastische schijnbewegingen dat de obers in Volendam ervan op elkaar botsten. Maar vaak lukte het ook niet. Dan bleef ik het maar proberen, tot wanhoop van iedereen. Trainers dachten soms dat ik het expres deed, of dat ik niet goed bij mijn hoofd was. Dat laatste klopte wel, maar ik wist gewoon niet anders. Het gekke is alleen: van mij werd het geaccepteerd. En dat is het allermooiste wat ik in mijn leven van het publiek heb mogen ontvangen: telkens die tweede kans.”

De tekst gaat verder onder de foto's.

3 december 1972, Frank Kramer in aktie tegen Feyenoord namens FC Amsterdam. Foto Hans Peters, Nationaal Archief / Anefo


16 oktober 1977, Volendam - Utrecht (3-3). Eredivisie. Frank Kramer slalomt door de verdediging en legt de bal breed op Dick Bond (Sport) die zijn tweede doelpunt scoren. Foto Hans Peters, Nationaal Archief / Anefo.


Buitenbeentje en kwajongen
Hij was als voetballer een buitenbeentje en gedroeg zich als een kwajongen met een branie en humor. Hij had een onafhankelijke geest die geliefd was bij verslaggevers omdat een interview met hem nooit saai was. Toen hij eens in de rust van een wedstrijd werd geïnterviewd, nam hij de camera en vroeg hij doodleuk of zijn moeder het gas wel had uitgedaan. Als hij weer eens een training afwerkte met twee verschillende sokken riep hij tegen een verbaasde ploeggenoot: ‘Thuis heb ik nog zo’n paar.’ Bij een wedstrijd van Haarlem richtte hij zich vlak voor rust tot het publiek. De rechtsbuiten had net lekker in de zon gespeeld en zou ervoor zorgen dat hij in de tweede helft linksbuiten zou staan. In de schaduw van de tribune was het immers veel te koud. Trainer Barry Hughes werd ‘omgeluld’ en zo speelde Frank Kramer ook na rust triomfantelijk weer met zijn bolletje in het zonnetje. En toen de trainer van FC Amsterdam hem ‘n keer wilde inbrengen, was hij plotseling spoorloos. Het bleek namelijk dat hij de catacomben van het stadion weer was ingedoken op zoek naar een telefoon. Hij wilde zijn moeder vragen om de radio aan te zetten omdat hij zou gaan invallen.

Waar veel van zijn ploeggenoten joegen op sterren- en rijkdom, bleef hij vooral zichzelf, een vrije jongen die met een krakkemikkige lelijke eend (Citroën 2CV) naar de trainingen kwam. Die auto had slechts één voorstoel, stonk vreselijk en was altijd een puinhoop van jewelste. Het was een regelrechte vuilnisbelt vol met kranten, tijdschriften, kleding en losgeld. Soms reed hij weg met zijn voetbalkleren vastgedraaid in de zijraampjes. “Ze zijn nog nat, zo drogen ze het best”, riep hij dan tegen verbaasde ploeggenoten.

Ergens tijdens de wedstrijd FC Twente-FC Volendam op 10 december 1978 in het Diekman-stadion riep speaker Frederik Klomp tijdens een blessurebehandeling een bericht om. Een zekere Willem Vierhout moest meteen naar zijn huis in Driebergen gaan, omdat zijn vrouw op het punt stond te bevallen van een tweeling. En terwijl Klomp dat bericht voorlas, zakte Frank Kramer op het veld door zijn knieën, omdat hij een enorme lachbui kreeg. Enkele seconden later stond hij weer op. Na afloop in de catacomben vroeg de lokale verslaggever Gijs Eijsink waarom hij zo moest lachen om het bericht van de speaker. "Ik heb een vriend in Amsterdam die tijdens elke uitwedstrijd van FC Volendam naar het stadion belt, waar ik op dat moment voetbal, met een bericht dat meteen omgeroepen moet worden. Daarmee brengt hij mij een soort van groet. Ik herken altijd meteen zijn berichten. Deze keer Vierhout, Driebergen, tweeling. Dat was tot nu toe een van de leukste en daarom had ik zo’n plezier", zei Frank Kramer en schoot opnieuw in de lach. Nagenietend liep hij het stadion uit, op weg naar de spelersbus van FC Volendam.

In de voorbereiding van het seizoen 1983-1984 speelde FC Volendam, onder leiding van trainer Fritz Korbach, een paar oefenwedstijden tegen amateurclubs. Goed voor het zelfvertrouwen. Soms kregen de spelers voor deze wedstrijden een premie. De grootste fout die een aanvoerder kon maken, was het leggen van de enveloppen op de plaats van de betreffende speler in de kleedkamer. Nog voordat de helft van de spelers de kleedkamer was binnengekomen waren de enveloppes weg of was de inhoud aanzienlijk verminderd. Het geld werd daarom persoonlijk overhandigd op de dag na de oefenwedstrijd. Nadat iedereen zijn enveloppe met 50 gulden had gekregen, ontbrak er op een middag nog één speler: de rasechte Amsterdammer Johnny Holshuijsen met het hart op de tong. De aanvoerder had daarom gevraagd aan Frank Kramer of hij de enveloppe aan hem kon overhandigden omdat hij naast hem in de kleedkamer zat. Meteen keek Holshuijsen hoeveel de inhoud was en vroeg gelijk: "Hé, Kramer, hoeveel heb jij gehad?". "100 gulden, John", antwoordde hij. "Verdomme, waarom krijg jij 100 en ik maar 50?" zei hij woedend. "Nou zo goed was je niet, gisteren", antwoordde Frank Kramer. "Ach man, je hebt zelf geen bal geraakt", was zijn felle reactie. Kramer antwoordde: "John, mag ik je er op attent maken dat ik gisteren 3x heb gescoord heb?, trouwens als het je niet bevalt, ga je nu toch naar Korbach", was zijn laatste antwoord. Hij ging meteen. Korbach zat in de kleedkamer ernaast. "Waarom krijg ik maar 50 en Kramer, dat houten paard, en die andere idioten 100?" En: "Als ik dat geld niet krijg, stop ik ermee". Korbach schreeuwde direct: "Dat houten paard neemt je in de maling en nu direct mijn kleedkamer uit!" Op de gang hoorde de ploeg Holshuijsen gillen: "Ik ga 'm vermoorden, die k*t Kramer". Frank Kramer had inmiddels het hazepad gekozen en vertelde later wel dat hij een paar keer in zijn spiegel had gekeken of hij misschien werd achtervolgd door een briesende Holshuijsen.

Hij relativeerde zijn eigen sportieve prestaties altijd en kende zijn beperkingen. Zo liet hij tijdens de laatste competitiewedstrijd op 7 juni 1976 tegen Ajax stencils op de Telstar-tribune uitdelen, waarin hij het publiek bedankte voor het begrip bij al zijn doelpogingen waarbij de bal meestal op het IJmuiderstrand terechtkwam. En vervolgens beloofde hij beterschap voor het nieuwe seizoen. Een ander bekende gebeurtenis vond plaats op 24 april 1979 toen hij tijdens een bekerwedstrijd tussen FC Volendam en Ajax door het Amsterdamse publiek voortdurend belachelijk werd gemaakt. Vanwege zijn gebogen loopje scandeerde de F-side in de Meer doorlopend "Homo, homo!" en "Frankie is een homofiel". Kramer kreeg de jennende fans stil door, op het moment dat hij voor een vrije trap in de Volendamse muur stond opgesteld, zijn broek te laten zakken en de aanhang van Ajax zijn blote kont te tonen.


De tekst gaat door onder de foto's.


Frank Kramer liet op 7 juni 1976 tij­dens de laat­ste com­pe­ti­tie­wed­strijd tegen Ajax sten­cils op de Tel­star-tri­bu­ne uit­de­len, waar­in hij het pu­bliek be­dank­te voor het be­grip bij al zijn doel­po­gin­gen waar­bij de bal mee­st­al op het IJ­mui­der­strand te­recht­kwam. En ver­vol­gens be­loof­de hij be­ter­schap voor het nieu­we sei­zoen.


24 april 1979, Ajax - Volendam (1-1). KNVB Beker Halve Finale. Frank Kramer toont zijn billen aan de F-side nadat hij is geprovoceerd. Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer.


Frank Kramer poseert met krakkemige lelijke eend (Citroën 2CV). Foto Peter Elenbaas, Hollandse Hoogte


Zijn beste voetbaljaren
Aan het einde van 2e seizoen bij Telstar wist Frank Kramer dat hij moest gaan vertrekken. Hij lag niet goed in de groep, zijn contract was gehalveerd en met de nieuwe trainer Petescu kon hij het niet goed vinden. Per toeval kwam hij bij FC Volendam terecht. Tijdens een late oefenwedstrijd tussen Telstar en FC Volendam speelde hij de pannen van het dak. Kramer wilde zich in de kijker spelen en vroeg aan zijn ploeggenoten of ze de ballen zoveel mogelijk in de diepte wilden spelen. Hij stond tegenover de ervaren Dick de Boer, maar was ongrijpbaar. Deze probeerde hem overal te raken, maar kreeg die dag alle hoeken van het veld te zien. FC Volendam deed hem direct na de wedstrijd een aanbieding. Hij beschouwde dit als een soort wraak op alle ploeggenoten van Telstar die hem weg wilde hebben. Dat Telstar niet meer, en FC Volendam volgend seizoen wel in de Eredivisie speelde, was een fijne bijkomstigheid. Frank Kramer kon direct goed aarden in Volendam. Dat hij apart was, vonden ze binnen het dorp amper bijzonder. Het wemelde daar van de bekende figuren en apartelingen. Geen nieuws aan de zon. En vanaf het begin had hij maling aan de hiërarchie in de kleedkamer en hing steevast zijn oude, vergeelde onderbroeken over de keurige nette kleren van Dick de Boer die zijn eigen vaste haak had. Als wraak moest hij dan op de training zien te overleven. Dick de Boer zorgde ervoor dat hij werkelijk geen seconde kon verslappen anders vloog hij door de lucht. Daarbij vergeleken waren de wedstrijden in het weekend voor Frank Kramer een makkie. Hij floreerde bij FC Volendam en had een grote bijdrage aan de 7e plaats in de Eredivisie dat seizoen. Het volgende seizoen ging het echter minder met de club. FC Volendam was bijna bekerfinalist, maar de club degradeerde toch uit de Eredivisie.

Mindere jaren
Frank Kramer was 31 en wilde in de Eredivisie blijven voetballen. Hij kon de clubs uitkiezen, want hij was zeer gewild. Hij moest hier zozeer aan wennen, dat hij in al zijn enthousiasme aan twee clubs zijn ja-woord gaf. FC Utrecht had er relatief veel geld voor over om hem aan zich te binden. Hij gaf zijn mondeling akkoord aan de voorzitter en de vicevoorzitter. Een week later vroeg Barry Hughes hem voor HFC Haarlem. Dit was de man onder wie hij al sinds zijn tijd bij Blauw-Wit wilde spelen. Een man met voetbalkennis en een hang naar amusement. Het klonk zo goed, dat Frank Kramer toch liever naar HFC Haarlem wil. FC Utrecht pikte dit echter niet en dreigde met juridische stappen. Theatraal en met veel emotie deed hij een openbare boetedoening. "Ik ben bereid om een week de gevangenis in te gaan." FC Utrecht deed water bij de wijn en HFC Haarlem mocht voor 30.000 gulden over Frank Kramer beschikken. Ondanks zijn gedroomde transfer speelde hij echter geen goede wedstrijden. Hij was regelmatig geblesseerd en als hij fit was, raakte hij geen bal. Het werd een dramaseizoen. HFC Haarlem werd laatste en degradeerde uit de Eredivisie. Hij voelde zich ellendig dat hij Barry Hughes zo heeft teleurgesteld. Het bestuur van Haarlem wilde van hem af en regelde een terugkeer naar Telstar. Hij protesteerde niet. Bij Telstar kreeg hij de helft van wat hij bij Haarlem verdiende. Maar hij was blij dat hij kon voetballen. Toch stelde hij ook teleur. Hij, inmiddels 33, zat meer op de bank dan dat hij er speelde. Het werd een grijs seizoen. Telstar eindigde in de middenmoot in de Eerste Divisie.


De tekst gaat verder na de foto's.


6 oktober 1977, Frank Kramer op de training van Volendam met Jan Mak. Foto Koen Suyk, Nationaal Archief / Anefo.


24 april 1979, Ajax - Volendam (1-1). Halve Finale KNVB Beker. Frank Kramer in duel met Ruud Krol. Foto Piet van der Klooster


Hoogtepunt
Hij vreesde dat in 1981 zijn voetballoopbaan voorbij was. Wie zat nog op hem te wachten? Voor het eerst in zijn loopbaan bood hij zichzelf aan, bij FC Volendam. Of hij alsjeblieft weer mocht meedoen. Gemakkelijk was dat niet. Er was vrijwel geen geld bij de club. Hij mocht komen, maar alleen als amateur. De trainer van destijds, Dick Maurer, zag echter niets in hem. Het hele seizoen mocht hij twee keer invallen. Voor elke wedstrijd in het eerste moest FC Volendam contractueel een vergoeding betalen. Het was de motivatie om hem niet in te zetten. Hij hing er een beetje bij, in een sfeerloos jaar. Er was een bestuurscrisis en er waren slechte resultaten: FC Volendam eindigde in het seizoen 1981-1982 als 12e in de Eerste Divisie.

In het nieuwe seizoen 1982-1983 was Fritz Korbach de nieuwe trainer. De 35-jarige en contractloze Frank Kramer trok de stoute schoenen aan en belde Korbach. ''Frank, een contract zit er niet in, we hebben geen geld", kreeg hij in eerste instantie te horen. "Maar kom morgen naar de velden van AFC in Amsterdam, want ik wil zien hoe het met je conditie is." Kramer werd door de 2 jaar oudere Korbach helemaal aan gort gelopen en in een afsluitend potje tennis gunde hij hem geen enkele game. Frank Kramer vreesde het ergste, maar tot zijn verbazing mocht hij de volgende dag beginnen van Korbach. Weliswaar als amateur. In november 1982 zou FC Volendam de situatie opnieuw bekijken. Beviel hij niet, dan moest hij weg. Het werd al snel duidelijk dat Korbach het vuur had aangewakkerd bij Frank Kramer. Op de training werd ouderwets geschopt, want Korbach deed zelf mee of fungeerde als scheidsrechter. En van overtredingen of vrije trappen wilde hij niets weten. Toch ontspoorde het nooit en de sfeer was geweldig. Korbach kreeg geen moment spijt van zijn keuze voor Frank Kramer. Hij speelde, blonk uit en werd clubtopscorer met 14 doelpunten. Op 14 mei 1983 was de promotiewedstrijd uit bij VVV Venlo. FC Volendam won met 0-2 en was terug in de Eredivisie. Tot de verbazing van zijn medespelers haalde hij na de wedstrijd een smoking tevoorschijn. De speler die pas een nieuwe broek aantrok als door slijtage zijn onderbroek zichtbaar was, stond vervolgens in pak op de Heen en Weer die s'nachts over de dijk reed. Broodnuchter, want Frank Kramer dronk nooit, terwijl iedereen om hem heen stomdronken werd. Frank Kramer mocht als voetballer bijna bejaard zijn, maar zo'n gelukzalig seizoen had hij nog niet eerder beleefd. Deze promotie beschouwde hij dan ook als een hoogtepunt in zijn sportieve carrière. Vooral omdat een aantal clubs degradeerden (MVV, Telstar, Haarlem, FC Volendam) of zelfs ophielden te bestaan zodra hij er begon te voetballen (Blauw-Wit, FC Amsterdam).


De tekst gaat verder na de foto's.


7 mei 1983, Voorafgaand aan de wedstrijd tegen FC Den Haag krijgt Frank Kramer de nieuwe versie van het Volendammer clublied uitgereikt door schrijver-componist Jan Mühren. Jan Mühren was de vader van Gerrie- en Arnold Mühren en de opa van Robert Mühren.


14 mei 1983, Frank Kramer met zijn trainer Fritz Korbach. Hij draagt een smoking naar aanleiding van het behalen van de promotie naar de Eredivisie met Volendam. Foto Joop Boek.


Entertainment wereld
Als voetballer volstond zijn talent niet om de top te halen, maar Frank Kramer beschikte over meer gaven. Hij keek verder dan de lijnen rond het voetbalveld en zo kon het dat hij als lid van gelegenheidsformatie Full House in de jaren 70 een hit scoorde met het nummer 'Standing on the inside'. Bij het in­zin­gen in de stu­dio vie­len de zang­kwa­li­tei­ten van de groeps­le­den nog­al te­gen. Voor­al Frank Kra­mer bleek een be­lab­ber­de zan­ger en is op de plaat nau­we­lijks te ho­ren. Er werd daarom ge­fluis­terd dat geen en­kel Full Hou­se-lid zelf zong, maar dat het num­mer werd in­ge­zon­gen door andere muzikanten. In het bij­be­ho­ren­de dans­je dat was in­ge­stu­deerd voor de te­le­vi­sie­op­tre­dens viel Frank Kra­mer ook uit de toon. Toch werd ‘Stan­ding on the in­si­de’ een door­slaand suc­ces. In de Top 40 kwam het num­mer tot de twee­de plaats en in te­gen­han­ger de Ne­der­land­se Top 50 voer­de het lied de hit­lijst zelfs aan. Daar­mee is Frank Kra­mer de eni­ge Ne­der­land­se voet­bal­ler die tij­dens zijn ac­tie­ve loop­baan op num­mer één heeft ge­staan.

De televisiewereld lonkte in de zeventiger jaren naar Frank Kramer, die als profvoetballer vanwege zijn originele antwoorden veel geïnterviewd werd. Vanaf augustus 1977 kreeg hij de kans om het televisieprogramma AVRO's Sportpanorama te presenteren. Dat deed hij met charisma en in zijn geheel eigen stijl. Zo besloot hij  een uitzending van Sportpanorama met een mop over zijn broer, omdat hij het bericht dat hij eigenlijk moest voorlezen volstrekt onbelangrijk achtte. Ook presenteerde hij de Sportman van het Jaar-avond en stelde aan Jan Zwartkruis, die namens Oranje een prijs ontving, de historische vraag: ‘Waarom heeft U niet aan mij gedacht bij het samenstellen van de selectie van de nationale ploeg?’ De bondscoach ging er serieus op in. Toen hij werd weggestuurd bij Avro’s Sportpanorama, nam de presentator live wraak door in de laatste uitzending kritiek te spuien op de leiding van de AVRO. Zijn uithaal werd destijds verstoord door snel de eindtune te laten starten.

Voor de AVRO presenteerde hij in 1978, 1979 en 1980 tevens AVRO's Sterrenslag. Nadat hij bij de AVRO geen nieuw contract kreeg aangeboden, maakte hij in 1981 de overstap naar de KRO. Voor deze omroep presenteerde hij De Frank Kramer Show, het spelprogramma Hints en later het woordspelprogramma Boggle. 


De tekst gaat verder onder de foto's.




1979, Frank Kramer als presentator bij de AVRO Sportpanorama.

14 augustus 1980, Frank Kramer als presentator van AVRO's Sterrenslag. Foto Hans van Dijk, Nationaal Archief / Anefo.


1981, Frank Kramer krijgt zijn eigen show op de Nederlandse Televisie. Foto Herman Pieterse, ANP.


1995, René van der Gijp te gast bij Hints, de spelshow van presentator Frank Kramer. Foto ANP


Sportcommentator
Hij werkte tijdens de Olympische Spelen van 1984 (Los Angeles) voor Studio Sport en rolde daarna zonder te plannen van de ene tv-klus in de andere. Zo werd hij was vanaf 1994 tv-commentator bij Eurosport bij tennis- en voetbalwedstrijden. In 2018 nam Frank Kramer zeer tegen zijn zin gedwongen afscheid bij Eurosport. Hij uitte daarover zijn frustratie door in de laatste voetbalwedstrijd die hij als tv-commentator voor Eurosport versloeg het over van alles en nog wat te hebben, maar niet over de wedstrijd zelf, tot woede van zijn werkgever en hilariteit én onbegrip van menig kijker. Van de wedstrijd trok hij zich niets aan. Of toch, toen Atlanta-speler Martinez de 1-0 maakte: “Hij heeft de onhebbelijke gewoonte telkens te scoren als ik aan het woord ben. Dat moet ie niet te vaak doen.” Frank Kramer droeg een gedicht van Willem Wilmink voor en was bij de tweede goal van de wedstrijd midden in een betoog over hoe hij ooit een boete kreeg van Fritz Korbach. Hij maakte dat onverstoorbaar af.  Zijn werkgever Eurosport was verbolgen over deze actie, maar dat maakte hem niets uit. Hij beklaagde zich er tegenover de krant over dat hij zonder toelichting steeds minder wedstrijden kreeg toebedeeld. “Nooit werd me iets verteld en dat vond ik een beetje irritant." 

De zenderbazen hadden kunnen weten dat Frank Kramer tot zoiets in staat was, want tijdens zijn sportcommentaar maakte hij er een gewoonte van familieleden of vrienden een fictieve rol te laten spelen. Dat had toch niemand in de gaten? Zo waren meerdere spelers getrouwd geweest met Mira de Vries (Kramers eigen vrouw), die overigens ook als tennisster de wereld versteld deed staan. En Kramers stiefzoon Vince had zonder dat hij het zelf wist een heuse loopbaan in de Amerikaanse voetbalcompetitie. Het was Frank Kramer ten voeten uit. Tekenend was zijn reactie eind 2018 in een interview op de vraag wat mensen van hem moesten onthouden. “Mijn beleggingstips.” Beleggingstips? “Ja, die heb ik gegeven in mijn programma’s, dan had u daar maar naar moeten kijken.” Ook had hij, eind jaren 90, nog wel een meesterlijke actie tijdens een beslissingswedstrijd voor het WK tussen Australië en Iran. Australië kon plaatsing nauwelijks nog ontgaan, dus riep Frank Kramer: "Als dit nog fout gaat, neem ik u mee naar de Efteling. En dan mag uw schoonmoeder ook nog mee". Afijn, Frank Kramer stond een paar weken later met een groepje Eurosport-kijkers bij Holle Bolle Gijs en de Droomvlucht.

Hieronder zijn wedstrijdcommentaar bij de MLS-finale in december 2018.
Zijn laatste wedstrijd als voetbalcommentator; bij Eurosport, die hij op een zeer, zéér bijzondere manier invulde.


De tekst gaat verder onder de beelden.



Trainerschap
Frank Kramer bereikte als voetballer nooit de top, maar ook als trainer waren zijn prestaties van bescheiden niveau. "Ik miste gewoonweg de discipline om op een hoger niveau te trainen", vertelde hij. In 1986 werd hij trainer van de Volendam zondag-amateurs, acterend in de 2e klasse. Oud-ploeggenoot Wim Kwakman (Ballap), die wist dat hij op de cursus Oefenmeester I zat, had hem geadviseerd bij het bestuur van de RKAV Volendam. Hij hield het 2 jaar vol. Ondanks het beschikbare spelerskwaliteit, mislukte zijn missie om te promoveren naar de hoogste zondagamateurklasse. Veelvuldig ergerde hij zich aan het stappen en drankgebruik van zijn spelers. Toen bij een blessuregolf er ook nog spelers waren die in zijn ogen 'niet in staat waren om te spelen', besloot hij een keer zichzelf als wisselspeler in te brengen.

Jaren later in december 1990 nam hij, samen met zijn broer Rob, het in degradatienood verkerende Blauw-Wit onder zijn hoede. Ook dit werd geen succes, terwijl het nog zo goed begon en er sprake was van een schokeffect. Frank Kramer maakte naam in de wedstrijd tegen UVS. In de wedstrijd tegen USV speelde Blauw-Wit geweldig en stond dik voor toen Frank Kramer een fotograaf ontwaarde. Hij pakte een krant en ging deze tijdens de wedstrijd in de dug-out uitgebreid lezen. De foto domineerde de volgende dag het wedstrijdverslag. Daarna ging het mis. Hij vond dat het roer om moest. Hij zette vier routiniers uit de selectie. Die keerden zich daarna logischerwijs tegen Kramer. Er volgde een periode van incidenten en oproer, met als slotstuk de onvermijdelijke degradatie.

Toch keerde Frank Kramer terug naar Volendam, waar hij het 3e team van de zondagamateurs onder zijn hoede nam. Hij fungeerde als coach, vlagger en eventueel als speler. Dit elftal was maar wat blij dat ze iemand van naam hadden die zich over hen ontfermde. Zijn grootste wapenfeit als coach was dat hij de warming-up volledig had afgeschaft. "Dat is een volstrekt overgewaardeerd fenomeen, de warming-up. Die jongens van mij schieten een keer een penalty op doel en dan kunnen we beginnen." Daarnaast had hij een geheel eigen selectiemethode. Hij verdeelde zijn spelers onder in groepjes van drie of vier. Vlak voor de wedstrijd moesten ze meedoen aan een actuele kennisquiz. Dan was bijvoorbeeld de vraag: noem de twee zoons van Khadaffi. Best lastig. De verliezers stonden reserve. Dat wil zeggen, als het elftal tenminste al binnen de lijnen was. Veel vaker moest de scheidsrechter op de kleedkamerdeur komen kloppen om te kijken of de heren nog naar buiten wilden komen. Hij zou dit bijna 20 jaar volhouden.


Juli 1986, Frank Kramer leidt de eerste training van de Volendam zondag amateurs.


3 december 1990, Frank Kramer als trainer van Blauw-Wit. Foto NH Archief, Fotopersbureau De Boer


Walking football
In de jaren daarna nam hij niet volledig afscheid van het voetbal. Hij vermaakte zich met de Volendam Oldstars Walking Football. Dit was een maatschappelijk initiatief dat in samenwerking met het Nationaal Ouderenfonds tot stand kwam. Met Old Stars Walking Football bood FC Volendam een aangepaste speelvorm voor voetbal op latere leeftijd aan. Een variant van voetbal waarbij er niet mocht worden gerend. Daar speelde Frank Kramer met zestigplussers die, net als hij, het niet willen opgeven. Op de vraag wat hij daar toch in zag, reageerde op zijn eigen wijze: “Walking Football is gênant natuurlijk, want dat zijn allemaal bejaarden. Er is altijd ruzie, want je mag dus niet rennen en er wordt vals geteld. We spelen nog op het hoofdveld en je hebt dan even het gevoel dat je nog meekunt in het huidige voetbal. De mooiste tijd van je leven was natuurlijk toen je voetbalde. Er bestaat niets mooiers.” Hij leefde op als hij vanuit Amsterdam richting Volendam, zijn tweede thuis, reed. En regelmatig vergat hij, net als vroeger, een handdoek. Die jatte hij dan van een keurig nette teamgenoot. Hij douchte als eerste, snel en kort, droogde zich ermee af en legde hem opgevouwen op exact dezelfde plek terug. Geamuseerd keek hij toe hoe een hygiënische Volendammer snuivend zijn vrouw de schuld gaf.


2018, Frank Kramer (vierde van rechtsboven) poserend met de Old Stars Walking Football van FC Volendam.