Via salonremise naar behoud Eredivisie
Het was op 8 mei 1988 een heerlijke zomeravond, ook in het Zwolse Oosterenk Stadion scheen het zonnetje. Tweeduizend toeschouwers hadden een kaartje gekocht, want er stond iets op het spel: al dan niet degraderen. Zowel PEC Zwolle als Volendam stond maar net boven de streep, en beide hadden nog een puntje nodig. De uitkomst was vooraf te raden: PEC Zwolle tegen Volendam werd een farce. Een niet-aanvalsverdrag, dat uitmondde in 0-0. Vanaf het allereerste begin. Geen doelpoging, niks. PEC Zwolle en Volendam 'speelden' zich zodoende veilig en AZ - dat thuis won van Den Haag met 3-1 - werd het kind van de rekening en degradeerde.
Natúúrlijk hoorde het niet. Natúúrlijk voelde AZ zich als slachtoffer flink genaaid. Natúúrlijk was er in Zwolle geen sprake geweest van een vooropgezet plan. Want hoe pak je zoiets dan aan?, vroegen beide coaches zich vooraf in koor af. Geen van tweeën die het wist. Maar zo'n wedstrijd loopt nou eenmaal zoals ze loopt, wisten ze naderhand. "Als je allebei nog één punt nodig hebt, ga je natuurlijk geen enkel risico nemen", wist Volendam-trainer Jan Brouwer. En zo is het maar net. En natúúrlijk waren de bedoelingen vooraf nog zo goed geweest.
AZ diende achteraf een protest in, zonder succes, vanwege competitievervalsing. Volendam-trainer Jan Brouwer pareerde alle kritiek: "Het competitieverloop is al aan het begin vervalst. Grote clubs mogen aan het begin grote toernooien spelen, PSV tegen Groningen wordt ingehaald als PSV al kampioen is. Wat is dan competitievervalsing? Als de KNVB niet ingrijpt, krijg je het volgende seizoen hetzelfde beeld." Mooie en ware woorden, maar de algemene kritiek was dat Volendam geen enkele poging deed op de helft van PEC Zwolle te geraken. Als je al een deal sluit, maak er dan minstens iets moois van, 3-3 bijvoorbeeld. Jan Brouwer: „Wij hebben op de training geoefend om de bal in de ploeg te houden. Als PEC Zwolle dan niet wil aanvallen gaan we geen onnodige risico's nemen."